Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zacht(gekookt), gaar; bekaf
z. mérf
De iërappel zin mérf – en ich ooch (de aardappelen zijn gaar – en ik ben bekaf)
aardappel
vgl. jalper
Zin d’iërappel nog ni mérf? Ich gon daud van den hoenger. (zijn de aardappelen nog niet gaar? ik rammel!)
aardappel
men zegt plaatselijk ook ‘jalpel’ (o.a. Riemst), ‘iërappel’ (omgeving Bilzen), ‘(j)erpel’
Hubste al zaat op de jalperen gedoan? (Heb je al zout op de aardappelen gedaan?)
(Zuid-Oost Limburg)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.