Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door petrik

    kettel
    (de ~ (v.), ~en)

    ketting; halssnoer

    (aangezien het lemmavak geen accenten verteert: lees “kèttel” – niet te verwarren met “kêttel”: rafel, vod, kertel)

    De koê on de kèttel lègge. (de koe aan de ketting leggen)
    Het kènd ès ze kèttelke verloëre. (het kind is zijn halskettinkje kwijtgeraakt)
    Aa kêttele van kleer (oude vodden van kleren)
    ’n Aa kêttel (van ’n vroo) (onverzorgde, haveloos geklede oude vrouw)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 11 Dec 2012 18:19
    0 reactie(s)

    kèttel
    (de ~ (v.), ~en)

    ketting; halssnoer

    (niet te verwarren met “kêttel”, rafel, vod, kertel)

    De koê on de kèttel lègge. (de koe aan de ketting leggen)
    Het kènd ès ze kèttelke verloëre. (het kind is zijn halskettinkje kwijtgeraakt)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 11 Dec 2012 18:14
    0 reactie(s)

    moete
    (de ~ (v.), g. mv.)

    medelijden

    Uitspr. gerekte oe (niet te verwarren met ‘moejte’ wat ‘inspanning’ betekent, zoals Ned. moeite)

    Toên ich den hond doë èn rènger ên wènd on z’n kèttel zoêg ligge, kriëg ich moête mèt ’t beiske. (toen ik de hond zo in regen en wind aan zijn ketting zag liggen, kreeg ik meelij met het dier)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 11 Dec 2012 18:10
    0 reactie(s)

    mérf
    (bn., bw.)

    murw, gaar(gekookt); (van personen) bekaf

    De iërappel zin mérf (de aardappelen zijn gaar).
    Ich bèn mérf (ik ben op, ik kan niet meer)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door petrik op 11 Dec 2012 18:01
    1 reactie(s)

    titel
    (de ~ (m.), ~s)

    titel (in enkele op het Frans gebaseerde uitdrukkingen die vooral bij onze (Nederlandsonkundige?) administratie nog steeds erg populair zijn)

    - ten titel van (Fr. à titre de)

    - ten titel van betaling (à titre de paiement)
    - ten titel van voorbeeld (à titre d’exemple)
    - ten bijzonderen titel (à titre particulier)
    - ten definitieven titel (à titre définitif)
    - ten individuelen titel (à titre individuel)
    - ten kostelozen titel (à titre gratuit)
    - ten persoonlijke titel (Fr. à titre personnel)
    - ten vertrouwelijken titel (à titre confidentiel)
    - ten voorlopigen titel (à titre provisoire)
    - ten uitzonderlijken titel (à titre exceptionnel)

    idem dito:
    - ten algemenen titel, ten bezwarenden titel, ten bijkomstigen titel, ten eeuwigen titel, ten exemplatieven titel, ten indicatieven titel, ten informatieven titel, ten precairen titel, ten privé titel, ten provisionelen titel, ten tijdelijken titel, ten zelfden titel (enz. enz.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door petrik op 11 Dec 2012 16:55
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.