Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zoethout
Fr. réglisse
Zie ook: kalichehout, kalisjenhout, kalissenhout
Vgl. kalisie-, kalliesje-, kliswater enz.
Met een stukske klishout waart ge als kind toch wel een paar uren zoet.
zoethout
vgl. kalichehout, kalisjenhout, kalissenhout, kalisie-, kalliesje- enz.
Met een stukske klishout waart ge als kind toch wel een paar uren zoet.
ketting; halssnoer
(aangezien het lemmavak geen accenten verteert: lees “kèttel” – niet te verwarren met “kêttel”: rafel, vod, kertel)
De koê on de kèttel lègge. (de koe aan de ketting leggen)
Het kènd ès ze kèttelke verloëre. (het kind is zijn halskettinkje kwijtgeraakt)
Aa kêttele van kleer (oude vodden van kleren)
’n Aa kêttel (van ’n vroo) (onverzorgde, haveloos geklede oude vrouw)
ketting; halssnoer
(niet te verwarren met “kêttel”, rafel, vod, kertel)
De koê on de kèttel lègge. (de koe aan de ketting leggen)
Het kènd ès ze kèttelke verloëre. (het kind is zijn halskettinkje kwijtgeraakt)
medelijden
Uitspr. gerekte oe (niet te verwarren met ‘moejte’ wat ‘inspanning’ betekent, zoals Ned. moeite)
Toên ich den hond doë èn rènger ên wènd on z’n kèttel zoêg ligge, kriëg ich moête mèt ’t beiske. (toen ik de hond zo in regen en wind aan zijn ketting zag liggen, kreeg ik meelij met het dier)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.