Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bekijk alle (57) wijzigingen van deze gebruiker.
naar wens voldoende, meer dan genoeg, ik kom meer dan toe
Nog e wa frit? – Nee, nee, merci, ik heb de winst genoeg frit.
onomatopoëtisch voor scheet, prot
Onderstaand rijmpje werd eigenlijk al rappend gedeclameerd, way back avant la lettre.
“Poep” zei mij gat en mij gat sprak Frans.
“Halt” zei de boer of ik breek oe den hals.
“As ge mij den hals zult breken, zal mij gat geen Frans niet meer spreken.”
(zie ook geen niet meer)
Vroeger waren er zo ongeveer om de zeven jaar in de meeste parochies missies. De laatste keer dat ik het nog meegemaakt heb, was in 1954. Het kwam neer op een soort retraite voor het hele dorp. Sommige patersordes waren blijkbaar gespecialiseerd in het begeleiden van dergelijke missies. Die paters kwamen dan o.a. op huisbezoek bij de mensen, maar hun voornaamste taak bestond er toch in elke avond in de kerk wel tien dagen na mekaar een donderpreek te houden: “Gijlie geeft te weinig, gijlie hebt allemaal bloed aan ulle handen. Waar zijn hier nog de grote gezinnen van twaalf en meer kinderen? Aha, gijlie zult allemaal naar de hel gaan …, enz.”
Gevolg was natuurlijk dat er negen maanden later geen enkele wieg in het dorp nog onbezet bleef.
En nog iets eigenaardigs: in mijn eerste studiejaar in de jongensschool zaten twee jongens die jonger waren dan de oudste kinderen van hun oudere broer(s) of zus(sen). Ze waren dus oom van kinderen die ouder waren dan zijzelf. (Behalve in het katholieke Vlaanderen kwam dit fenomeen nergens anders ter wereld voor tenzij dan bij primaten grapje).
Als het missies waren in het dorp liepen de boeren en de boerinnen er een stuk properder bij overdag. In de kerk stonk het naar de wierook en bij de mensen naar sunlightzeep.
vooral voor paarden: buikpijn, penspijn, ook pijn in ’t zak genoemd; kan ook voor mensen (maar dan eerder grappig bedoeld)
Laat onze Karlo vandaag maar eens in de stal; we gaan hem niet inspannen, hij zit precies mee zakpijn, misschiens te veel witloofpoten gevoeierd.
koppig zijn, niet willen gehoorzamen en heftig reageren
in het Hageland “petteren”, “een pet krijgen of hebben”
Die kleine ging op de vloer liggen en stampte, zijn ouders lieten hem petten … hij zou zijn willetje niet krijgen!
We stonden rustig naar de processie te kijken, maar opeens kreeg er me die kleine daar een pet omdat de paarden te lang wegbleven naar zijn goesting; hij stampte op de grond met zijn korte pootjes en schreeuwde: de paarden, wanneer komen die paarden nu?
Bekijk alle (17) reacties van deze gebruiker.
@ Georges Grootjans
Och armkes tochskes :-)
Mie aa kaa
Mie aa kaa
wo aa Mie kaa?
oon eir kit aa Mie kaa
Of dacht u dat het Vlaams geen exotische taal was?
In het Aarschots zo mogelijk nog exotischer:
Mie aa kaa
weu aa Mie kaa?
eun eur kut aa Mie ka
Vertaling:
Mie had kou. Waar had Mie kou? Aan haar kut had Mie kou.
Als er kinderen in de buurt waren, was die kut er toch te veel aan en dan werd het:
oep de met (op de markt) aa Mie kaa
In dezelfde zin:
Joanna at are (eieren), pap at de man, wit lam at oe-e (hooi), zwet lam at mei (zwart lam at mee).
Of nog het Latijn van die boerenzoon die op latere leeftijd nog priester werd, maar waar zijn geestelijke overheid haar Latijn niet meer wilde steken in een poging om hem alsnog het Latijn bij te brengen. Bij zijn eerste preek begon hij aldus (na een ochtendwandeling waarbij hij het volgende gezien had):
Hasa in santa, swaina in kola, (korte pauze, even zonder inspiratie maar geen nood: op zijn mouw zag hij dan opeens een luis zitten), louza op mouwa, pakkaa, knekkaa, mortus estus
vertaling:
Haas in het zand, zwijnen in de kolen, luis op mouw, pakken, knekken, mortus estus.
Ons moeder zei:
De last en arbeid vallen licht wanneer men ze met lust verricht, doch heeft men daar een weerzin tegen, dat zal een pluim als lood doen wegen.
veiallevallevei, ook in het Hageland
serrevetiete
In het Hageland heb ik het woord “serrevetiete” vaak gehoord met de betekenis van “noten” op zijn zang hebben, iemand met serrevetiete gaf vlug blijk van ontevredenheid als iets niet verliep zoals zij of hij dat wilde: Valentin(ne) met haar serrevetieten altijd: nu zouden we de mayonaise in pottekes op tafel moeten zetten in plaats van ze bij op de talloren te scheppen. Binnenkort heet ze nog mayonaise, wat is me dat nu. Een synoniem was: figgeletoate;
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.