Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "angschijn." Bekijk alle definities.
stuk hout tussen de twee kettingen waar het paard de kar mee trekt. Er bestaan “dobbele angschijnen” en angschijnen voor drie of vier paarden (of andere trekdieren)
in andere regio’s: aamschier, haamschier, hanschier, hangschier, haamschijd, zwengelhout, zwenghout
Pik ’t angschijn oan ’t peird en oan de kerre.
Angschijn: haamhout waaraan de strengen van het paard vastzitten – als er met het ‘koppel’ gereden werd, werden de twee angschijnen vastgemaakt aan een zwing. (http://www.sinaaileeft.be/Sinaiek42014.pdf)
Googlement:
Inventaris museum oud landbouwalaam kinderboerderij “De Barelhoeve”. Trektuig (paarden). Aanschijn. Aanschijn voor één paard.
’t Zal zoiets zijn?
WNT: In Zuid-Nederland zijn haamschier en haamschijd (zie Schuermans, (1883) en De Bo (1892) gebruikelijke benamingen voor het zwengelhout, den trekknuppel (frans palonnier). Waarschijnlijk beteekent haam in deze samenstellingen (achter)knieboog; het zwengelhout namelijk hangt immers achter de (achter)hamen van het paard (verg. HAAM (IV)). Bij v. dale vindt men bovendien nog haamhout voor: trekknuppel.
Ik denk dat dit het angschijn is. Het hangt achter de benen van het paard en is vastgemaakt aan de ploeg.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.