Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 17 keer aangepast.
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In Noord-Nederland bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
“De tabakrook mishandt hem”, De Bo (1873).
“Die schup mishandt me geweldig: ik en kander nie’ mee werken”, Cornelissen-Vervliet (1899).
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Van Dale 2018: mishanden
niet algemeen
1. iem. niet van pas komen
2. figuurlijk hinderen
• het mishandt mij
zie ook besant da nie, het messant niet, mishand
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In Noord-Nederland bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
“De tabakrook mishandt hem”, De Bo (1873).
“Die schup mishandt me geweldig: ik en kander nie’ mee werken”, Cornelissen-Vervliet (1899).
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Van Dale 2018: mishanden
niet algemeen
1. iem. niet van pas komen
2. figuurlijk hinderen
• het mishandt mij
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In Noord-Nederland bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
“De tabakrook mishandt hem”, De Bo (1873).
“Die schup mishandt me geweldig: ik en kander nie’ mee werken”, Cornelissen-Vervliet (1899).
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
ook in de Kempen
WNT:
Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
WNT:
Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland.
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kiliaan 1588)
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, Schuermans (1865-1870)
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
WNT:
Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen, fra. incommoder, gêner (kil. 1588; schuerm. 374 b 1865-1870; de bo 612 a 1892). Verg. voorts Behanden en Behandigen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland (Kadzand).
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
- Wy hebbent (t.w. het ”ackerhandtwerck”) schier tot niet brocht, … Ja ommers seer cleyn doen achten, wie dat mishant, Antw. Sp. 670.
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kil. 1588)
- Het handde mij gisteren niet bij u te komen, Bred. T. 229.
- Het handt mij zeer dat ik nu eenige rust heb, schuerm. 1865-1870.
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, schuerm. 1865-1870.
- Het handt hem niet: hij heeft er geen zin aan, hij doet het met tegenzin.
> ook het gelijkbet. frequent. handelen, voor het Hageland (tuerlincx).
In Zuid-Nederland kent men: zus of zoo handen in den zin van: rechts of linksch zijn. Dus zegt men: zoo hand ik niet of ik hand zoo, al naar dat men rechtsch of linksch is. (schuerm. 175 b 1865-1870).
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
WNT:
Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen, fra. incommoder, gêner (kil. 1588; schuerm. 374 b 1865-1870; de bo 612 a 1892). Verg. voorts Behanden en Behandigen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland (Kadzand).
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
- Wy hebbent (t.w. het ”ackerhandtwerck”) schier tot niet brocht, … Ja ommers seer cleyn doen achten, wie dat mishant, Antw. Sp. 670.
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kil. 1588)
- Het handde mij gisteren niet bij u te komen, Bred. T. 229.
- Het handt mij zeer dat ik nu eenige rust heb, schuerm. 1865-1870.
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, schuerm. 1865-1870.
- Het handt hem niet: hij heeft er geen zin aan, hij doet het met tegenzin.
> ook het gelijkbet. frequent. handelen, voor het Hageland (tuerlincx).
In Zuid-Nederland kent men: zus of zoo handen in den zin van: rechts of linksch zijn. Dus zegt men: zoo hand ik niet of ik hand zoo, al naar dat men rechtsch of linksch is. (schuerm. 175 b 1865-1870).
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
WNT:
Mishanden, (meshanden), belemmeren, lastig zijn, onthanden, ontrieven, hinderen, fra. incommoder, gêner (kil. 1588; schuerm. 374 b 1865-1870; de bo 612 a 1892). Verg. voorts Behanden en Behandigen. In N.-N. bijna niet in gebruik, t.w. alleen in Zeeland (Kadzand).
- Wat mishandt u, dat andere licht ontfaen Vander sonnen? Gentsche Sp. 58 (1539)
- Wy hebbent (t.w. het ”ackerhandtwerck”) schier tot niet brocht, … Ja ommers seer cleyn doen achten, wie dat mishant, Antw. Sp. 670.
> antoniem: handen: geschikt zijn, iets dat gemakkelijk of aangenaam is, aanstaan, bevallen, lijken, zoowel als: gelegen komen, passen, vlijen, schikken (Kil. 1588)
- Het handde mij gisteren niet bij u te komen, Bred. T. 229.
- Het handt mij zeer dat ik nu eenige rust heb, schuerm. 1865-1870.
- Deze verandering zal mij handen: zal mij aangenaam zijn, schuerm. 1865-1870.
- Het handt hem niet: hij heeft er geen zin aan, hij doet het met tegenzin.
> ook het gelijkbet. frequent. handelen, voor het Hageland (tuerlincx).
In Zuid-Nederland kent men: zus of zoo handen in den zin van: rechts of linksch zijn. Dus zegt men: zoo hand ik niet of ik hand zoo, al naar dat men rechtsch of linksch is. (schuerm. 175 b 1865-1870).
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
zie ook mishand, besant da nie, het messant niet
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
ook in de Kempen
zie ook mishand, besant da nie
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
< niet handen, niet gemakkelijk zijn en vandaar: hinderen
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Ieper: missann’n
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.