Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "lotsoor." Bekijk alle definities.
flapoor
Ilse had een lotsoor die ze op ouwere leeftijd nog heeft laten corrigeren.
WNT: LODSOOR —, znw. Een zuidnederl. samenst. van Oor met lods-, lots- dat ook in ’t westvl. lotsbollig, onbedachtzaam, zit en samenhangt met Lodsig en zijn verwanten; de oorspronkelijke beteekenis van deze maagschap kan los, slap geweest zijn.
1. Onz. Neerhangend, niet stijf tegen het hoofd staand oor (TUERL. 370; RUTTEN 133 b 1890; CORN.-VERVL. 771; Loquela (Wdb.) 1907).
–?2. Gemeensl. Iemand met neerhangende ooren.
De lotsoor (een ezel) huilt en roept den hond om bystand aen, CONINCKX, Fab. 273 1808.
— Overdr. Iemand die nalatig, zorgeloos is (CORN.-VERVL. 771).
Ge moogt dat gerust in het lemma zelf zetten za Georges…
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.