Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 6 keer aangepast.
1. jong meisje, jonge vrouw
2. kind: jongen of meisje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspraak: jonk, joenk, jong, joeng, …
zie ook verzamellemma mensen
1. Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
2. Dat kind is gevallen en zijn knietjes zijn geschaafd. Ocharme, dat jonk toch!
Dat jonk is toch een lieveke hè, bloemekes geplukt en met een kus aan de mama gegeven…
1. jong meisje, jonge vrouw
2. kind: jongen of meisje
WNT: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspr.: jonk, joenk, jong, joeng, …
zie ook verzamellemma mensen
1. Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
2. Dat kind is gevallen en zijn knietjes zijn geschaafd. Ocharme, dat jonk toch!
Dat jonk is toch een lieveke hè, bloemekes geplukt en met een kus aan de mama gegeven…
1. jong meisje, jonge vrouw
2. kind: jongen of meisje
WNT: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspr.: jonk, joenk, jong, joeng, …
1. Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
2. Dat kind is gevallen en zijn knietjes zijn geschaafd. Ocharme, dat jonk toch!
Dat jonk is toch een lieveke hè, bloemekes geplukt en met een kus aan de mama gegeven…
1. jong meisje, jonge vrouw
2. kind: jongen of meisje
WNT: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspr.: jonk, joenk, jong, joeng, …
1. Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
2. Dat kind is gevallen en zijn knietjes zijn geschaafd. Ocharme, dat jonk toch!
Dat jonk is toch een lieveke hè, bloemekes geplukt en met een kus aan de mama gegeven…
jong meisje, jonge vrouw
WNT: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspr.: jonk, joenk, jong, joeng, …
Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
jong meisje, jonge vrouw
WNT: 2. In Vlaamsch-België hier en daar voor: een meisje.
uitspr.: jonk, joenk, jong, joeng, …
Die klein van Gerda is amper zeven, maar dat is toch een lief jonk se. En beleefd en al.
Amai, dat zangereske van die groep is wel een ferm jonk. Die mag mij altijd eens bellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.