Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de meeste Vlaamse en Brabantse dialecten: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beu gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
Ik zen Zen aan ’t studeren, maar zun zijn geen Zen aan ’t studeren.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabantse dialecten: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beu gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
Ik zen Zen aan ’t studeren, maar zun zijn geen Zen aan ’t studeren.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabantse dialecten: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beu gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
Ik zen Zen aan ’t studeren, maar zun zijn geen Zen aan ’t studeren.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabantse dialecten: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beur gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
Ik zen Zen aan ’t studeren, maar zun zijn geen Zen aan ’t studeren.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabantse dialecten: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beur gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabants: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zen niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beur gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabants: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
Ik zijn het allemaal wel een beetje beur gezien, die politiek. Altijd hetzelfde gedoe.
Ik zijn daar nog niet zo zeker van.
Ik zijn ne meter 79 groot. Gisteren toch nog.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabants: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Ik zen er maar eens mee weg, denk ik. ’t Wordt al laat en morgen is er nog nen dag.
eerste persoon enkelvoud van zijn in de Brabants: ik ben
zie zijn ik
uitspr. ik zen, ik zain, …
Ik zijn gisteren naar de cinema geweest.
Ik zijn niet goed vandaag, al heel de dag scheel koppijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.