Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    plankierkaarter

    Dit is slechts 1 definitie voor "plankierkaarter." Bekijk alle definities.

    plankierkaarter
    (de ~, ~s man. zelfstandig naamw.)

    - een gelegenheidskaarter, niet zozeer geliefd op kaartingen
    - een slechte kaartspeler

    Ze waren weer verloren op de kaarting, dat kon niet missen met 2 plankierkaarters.

    Plankier kaarters zijn op zoek naar een man/vrouw voor de oldies quiz in Niel. (muziekquizzen.be)

    3 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door vanoverberghe en laatst gewijzigd door de Bon (31 Jul 2021 14:20)

    👍
    257

    Reacties

    Ik denk dat de uitdrukking in heel Vlaanderen gekend is. Ik heb ooit eens gelezen dat het woord afkomstig is van plankier, een soort houten trottoir in modderige straten. Op dat plankier zaten dan allerlei lummels te kaarten en die beheersten het spel niet zo goed als de “echte” kaarters die in de cafĂ©s speelden. Weet iemand of dit klopt?

    Toegevoegd door Marcus op 22 Oct 2014 15:49

    zie:

    http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=MNW&id=42958&lemmodern=plankier

    http://gtb.inl.nl/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M054257&lemmodern=plankier

    Toegevoegd door fansy op 23 Oct 2014 00:34

    Plankierkaarter

    uit Taal en Tongval Jaargang 40 dbnl:

    “Het woord plankijs is in het Kortrijks nog hoofdzakelijk bekend in de samenstelling plankijskaarter, een scheldwoord voor een slecht kaartspeler. Het woord herinnert aan of verwijst naar de mannen die (vroeger meer dan nu) op warme zomeravonden op de stoep kaart zaten te spelen. Met dit woord drukte de burgerman zijn hele verachting uit voor het bedenkelijke niveau van dergelijk kaartspel. Het Gents (Lievevrouw-Coopman 1951, II, 1098) en het Brugs hebben hiervoor het woord plankierkaarter, dat Lievevrouw-Coopman omschrijft als ‘Zinspeling op de kinders of kleine jongens, die op de plankieren tegen de gevels der huizen zitten te kaarten’.”

    Toegevoegd door de Bon op 20 Jul 2021 13:56

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.