Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 14 keer aangepast.
doorgeven
< Frans: passer
vnw: een schotel/de soep enz. passeren:, een schotel, de soep enz. doorgeven
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
zie andere definities van passeren
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
< Frans: passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
zie andere definities van passeren
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
< Frans: passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
zie andere definities van passeren
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
< Frans: passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
< Frans: passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerdniet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
→ Fr. passer
Van Dale 2018 overgankelijk werkwoord • heeft gepasseerd
niet algemeen van hand tot hand doen gaan
= doorgeven
•
passeer mij s.v.p. even die schotel
Wilt ge het zout eens passeren?
doorgeven
voorbijgaan (staat in Van Dale)
voorbijkomen (staat in Van Dale)
→ Fr. passer
VD
pas·se·ren -seerde, h, i gepasseerd 1 voorbijgaan: mag ik even ~?; (sp) een tegenstander ~ met de bal voorbijgaan 2 gebeuren 3 overtrekken, overgaan: een brug ~ 4 bij een benoeming overslaan: zich gepasseerd voelen tekortgedaan 5 tekenen: een akte voor (of: bij) de notaris ~
Wilt ge het zout eens passeren?
Mag ik eens passeren, alstublief? (SN)
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen. (SN)
doorgeven
voorbijgaan (staat in Van Dale)
voorbijkomen (staat in Van Dale)
→ Fr. passer
Wilt ge het zout eens passeren?
Mag ik eens passeren, alstublief? (SN)
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen. (SN)
voorbijgaan, voorbijkomen, doorgeven
→ Fr. passer
Mag ik eens passeren, alstublief?
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen.
Wilt ge het zout eens passeren?
voorbijgaan, voorbijkomen, doorgeven
→ Fr. passer (transparant woord)
VD
pas·se·ren2 (overgankelijk werkwoord)
1 (ook absoluut; passeerde, heeft/is gepasseerd) voorbijgaan
Mag ik eens passeren, alstublief?
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen.
Wilt ge het zout eens passeren?
voorbijgaan, voorbijkomen, doorgeven
→ Fr. passer (transparant woord)
Mag ik eens passeren, alstublief?
Ik passeerde in de buurt en ik spring eens binnen.
Wilt ge het zout eens passeren?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.