Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    plak

    De beschrijving van deze term werd 12 keer aangepast.

    Versie 12

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    zie ook maalplak

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    < andere definitie van plak

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2019 14:20
    0 reactie(s)

    Versie 11

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    zie ook maalplak

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    < andere definitie van plak

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 22 Jan 2019 14:19
    0 reactie(s)

    Versie 10

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    zie ook maalplak

    < andere definitie van plak

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Regio Maasland
    Bewerking door fansy op 21 Jan 2019 11:35
    0 reactie(s)

    Versie 9

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    zie ook maalplak

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Regio Maasland
    Bewerking door Marcus op 15 Oct 2018 18:27
    0 reactie(s)

    Versie 8

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 08 Jun 2018 18:01
    0 reactie(s)

    Versie 7

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. (uit het Woordenboek der Nederlandsche Taal)

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 28 Nov 2017 15:48
    0 reactie(s)

    Versie 6

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. 2, 225 b. (uit het WNT)

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 26 Nov 2017 15:42
    0 reactie(s)

    Versie 5

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenstellingen, ook voor bepaalde soorten van doeken.

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. 2, 225 b. (WNT)

    Regio Maasland
    Bewerking door de Bon op 22 Oct 2017 16:00
    0 reactie(s)

    Versie 4

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    WNT: Plak: Lap, doek. Gewestelijk (b.v. in Limburg) in gebruik voor: doek in ’t algemeen en, vooral in samenst., ook voor bepaalde soorten van doeken.

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.

    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Een vrouwendoek heet eenvoudig plak; een halsdoek of das halsplak, en een zakdoek teschplak, Onze Volkst. 2, 225 b. (WNT)

    Regio Maasland
    Bewerking door fansy op 05 Jun 2017 14:38
    0 reactie(s)

    Versie 3

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Regio Maasland
    Bewerking door LeGrognard op 05 Dec 2014 21:13
    0 reactie(s)

    Versie 2

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Noa datter oetgeglietsj (oetglietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 05 Dec 2014 20:55
    0 reactie(s)

    Versie 1

    plak
    ( de ~, m mv ~e)

    doek

    Noa datter oetgeglietsj (glietsje) is lupper mèt ziene erm in de plak.
    Nadat hij uitgegleden is loopt hij met zijn arm in een doek.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door LeGrognard op 05 Dec 2014 20:50
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.