Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
uitspraak: soms ook weest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
> met of zonder het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’
zie ook weste
vergelijk: gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
West doktoren en hoe is het nu met u?
West pinten pakken zeker? Ik ruik het al van ver.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
uitspraak: soms ook weest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
> met of zonder het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’
vergelijk: gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
West doktoren en hoe is het nu met u?
West pinten pakken zeker? Ik ruik het al van ver.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
uitspraak: soms ook weest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
> met of zonder het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’
vergelijk: gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
West doktoren en hoe is het nu met u?
West pinten pakken zeker? Ik ruik het al van ver.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
uitspraak: soms ook weest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
> met of zonder het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’
vetgelijk: gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
West doktoren en hoe is het nu met u?
West pinten pakken zeker? Ik ruik het al van ver.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
> met of zonder het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’
vgl gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
West doktoren en hoe is het nu met u?
West pinten pakken zeker? Ik ruik het al van ver.
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
vgl gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
vgl gaan gaan
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in de voltooide tijd, in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
- gaan
- zijn, met de waarde van geweest
> hulpwerkwoord in combinatie met een infinitief waarbij ‘te’ vervangen wordt door ‘west’, met de waarde van geweest.
NL: wezen
Ik ben west winkelen.
Zij zijn west wandelen in het bos.
Zij is haar dochter west bezoeken in het moederhuis. Zijt gij ook west kijken naar het boeleke?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.