Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 40 keer aangepast.
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
gazettenkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
knutselkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
nachtkot
oefenkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotenimperium
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
gazettenkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
knutselkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
nachtkot
oefenkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
knutselkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
nachtkot
oefenkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
knutselkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
oefenkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
oefenkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotprijs
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting, kottaks
kotspotting
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
afgeleiden:
krotbaas
krotspotting
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam, kotvader
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
zie ook schrijf- en uitspraakvariant koterie
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
sportkot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
opkotplicht
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hennekot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kotgenoot
kruipkot
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kruipkot
pandoerenkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kruipkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
Kotegem
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
kruipkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
boerenkot
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
luxekot
Uitdrukkingen:
blijf in uw kot
dansen, mijn kot staat te ~
kot, eerst een ~ en dan een varken
kot, het ~ afbreken
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ vrij hebben
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, in zijn ~ blijven
kot, op ~ gaan
kot, op ~ zitten
kot, uit z’n ~ komen
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, daar hebt ge het ~
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zuipkot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotfuif
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
paskot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
werkkot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
smurfenkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rattekot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
drugskot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stampkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
digikot
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
wietkot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bergingskot
bezemkot
buskotje
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bezemkot
buskotje
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
smoorkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bergkot
bezemkot
buskotje
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
doempkot
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
houtkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
rommelkot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
vogelkot
vogelkotje
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
vogelkotje, tegen het ~ gelopen
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
frietkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
hullekot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
kolenkot
koolkot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
zottekot
zwienekot
zwijnenkot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
zottekot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
luxekot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
apenkot
ballenkot
bezemkot
buskotje
druppelkot
duivenkot
fietsenkot
fritkot
hoerenkot
hondenkot
jeneverkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
platen kot
rokerskot
stemkotje
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
zottekot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
boerenkot
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
De Vlaming is, zacht uitgedrukt, erg gesteld op zijn koterij in de bouwkunde, maar even goed in de taalkunde. In dit lemma bewaren we een overzicht van een hele rist koten – ‘koterij’ is hiervan het collectief meervoud. In se is elke afgesloten ruimte kleiner dan een volwaardige woonst een kot (hoewel het woord ‘kot’ ook als koosnaam voor een huis kan aangewend worden), waardoor er constant nieuwe samenstellingen kunnen ontstaan. Naast deze samenstellingen bestaan er ook ettelijke typische uitdrukkingen die rond een of ander ‘kot’ draaien.
Samenstellingen:
ballenkot
bezemkot
buskotje
duivenkot
fietsenkot
fritkot
hondenkot
kattenkot
kiekenkot
koffiekot
rokerskot
studentenkot
telefoonkot
tuinkot
waskot
wc-kot
Studentenjargon:
kotstudent
kotbaas, kotmadam
kotbaasbedrijf
kotencomplex
kotreglement
kotleven
koteten en daarmee ook kotkilo’s
kotlabel
kotbelasting/kottaks
Uitdrukkingen:
kot, het ~ afbreken
dansen, mijn kot staat te ~
kot houden
kot, iemand uit zijn ~ lokken
kot, uit z’n ~ komen
kot, op ~ gaan, vervolgens kot, op ~ zitten
kot, het ~ vrij hebben / kot, het ~ voor zich (alleen) hebben
kot, het ~ in brand steken
kot, het ~ is te klein
kot, eerst een ~ en dan een varken
Regionaal beperktere uitdrukkingen:
kot, iemand naar zijn ~ rijden
kot, er zijn ~ in hebben
kot, daar hebt ge het ~
sterven op het kot
kotje, in een ~ zitten
> andere betekenissen van koterij
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.