Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 33 keer aangepast.
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten (verder onder te verdelen in woorden met een lange e en woorden met een korte e), en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
tarwe | tèèrf/tèèrwe | zie ook terf |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten (verder onder te verdelen in woorden met een lange e en woorden met een korte e), en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
tarwe | tèèrf/tèèrwe | zie ook terf |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten (verder onder te verdelen in woorden met een lange e en woorden met een korte e), en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
tarwe | tèèrf/tèèrwe | zie ook terf |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten (verder onder te verdelen in woorden met een lange e en woorden met een korte e), en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
tarwe | tèèrf/tèèrwe | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten (verder onder te verdelen in woorden met een lange e en woorden met een korte e), en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aardappel | èèrdappel | de Vlaming zegt tegenwoordig normaal gezien ‘patat’, maar regionaal komt bv. de ingekorte vorm ‘erpel’ wel nog voor |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio kust gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
In sommige dialecten, waaronder die van Antwerpen en Geraardsbergen, wordt de zware e, indien gevolgd door ‘rg’, ‘rk’, ‘rm’, ‘rn’ of ‘rp’, uitgesproken als een heldere a (/a:/, zoals de Hollandse en Standaardnederlandse uitspraak van de lange a). Deze klank staat echter mijlenver af van de algemeen Vlaamse uitspraak van de lange a (/?:~?:/), en heeft er dus eigenlijk niets mee te maken.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer regio West-Vlaanderen gebruikt een a-vorm: -aar(e) |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (echter voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gel(e)v’, ‘gèl(e)v’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ geworden |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ geworden de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel nog voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen: uitspraak met heldere a, zie taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer regio Antwerpen(-stad) gebruikt ook een a-vorm: aarem |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
darm | dèèrm | zie deirm regio Antwerpen-stad gebruikt een heldere a: daarm |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch (op Antwerpen-stad na) allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm in Antwerpen-stad is de klank verschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis regio Antwerpen(-stad) gebruikt een a-vorm: kaaremis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen gebruikt ook een a-vorm: taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken | in Antwerpen-stad is de klank herschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
… en nog onnoemelijk veel andere woorden
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer regio Antwerpen(-stad) gebruikt ook een a-vorm: aarem |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch (op Antwerpen-stad na) allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | naarstig | regio West- en Oost-Vlaanderen: nèèrstig (verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm in Antwerpen-stad is de klank verschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis regio Antwerpen(-stad) gebruikt een a-vorm: kaaremis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen gebruikt ook een a-vorm: taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken | in Antwerpen-stad is de klank herschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm (lichaamsdeel) | èèrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer regio Antwerpen(-stad) gebruikt ook een a-vorm: aarem |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch (op Antwerpen-stad na) allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs/gras | regio’s Noord-Antwerpen en Limburg gebruiken een a-vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | laars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): lèèrs de Vlaming zegt tegenwoordig echter vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig |
(verouderd) |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | paars | sommige regio’s (tegen de grens met Zeeland/Noord-Brabant): pèèrs dikwijls gebruikt men echter ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders allicht ook ‘vèrken’ zeggen regio Antwerpen gebruikt een a-vorm: vaareken |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm in Antwerpen-stad is de klank verschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt tegen de moderne kermis ‘foor’, maar ‘kermis’ wordt wel voor traditionelere feesten gebruikt, zoals o.m. de Vlaamse kermis regio Antwerpen(-stad) gebruikt een a-vorm: kaaremis |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) regio Antwerpen gebruikt ook een a-vorm: taar |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken | in Antwerpen-stad is de klank herschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm in Antwerpen-stad is de klank verschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken | in Antwerpen-stad is de klank herschoven naar de a-klanken van ‘Aentwaerpe’ |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld | |
werken | wèrken |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | regio West-Vlaanderen: scherplange e zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ regio West-Vlaanderen: scherplange e |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
/ | miljaar | regio West-Vlaanderen: miljèèr |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | regio kust gebruikt ook de a-vorm |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio Waasland: gèèf (voornamelijk in gebruik boven de grens, in Noord-Brabant) |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op ei zo na elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio’s Antwerpen en Waasland: gèèf |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten vgl. Engels ‘bleat’ |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan vgl. Engels ‘then’ |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio’s Antwerpen en Waasland: gèèf |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | vgl. Engels ‘hearth’ |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dan | dan | regio’s Waasland en Denderstreek: dèn, dèèn, tèn, tèèn zie ook tan |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaaf (effen) | gaaf | regio’s Antwerpen en Waasland: gèèf |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
laars | lèèrs | de Vlaming zegt tegenwoordig vrijwel uitsluitend ‘bot’ was overal (!) in de Lege Landen de normale vorm, behalve in Noord-Holland |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
naarstig | nèèrstig | |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
vaars | vèèrs | de r wordt meestal niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘vèès’ |
varen (water) | vèren | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, vandaar o.m. ‘veerboot’, zie ook in de tweede categorie |
varken | vèrken | regio West-Vlaanderen zegt ‘zwijn’, maar zou anders ook ‘vèrken’ zeggen |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
Dendermonde | dèèr(e)monde | vgl. Frans ‘Termonde’, gebaseerd op de ware uitspraak |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gelev’, ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
gerst | gèèrst | ook gèèst om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘garst’ |
geweer | gewèèr | |
hebben | hebben | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: hèèn (zie hen) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
kermis | kèrmis | om een of andere reden is het in het Nederlands niet ‘karmis’ de Vlaming zegt echter eerder ‘foor’ |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ de Antwerpse Meir = een mèèr |
meers | mèèrs | |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel (ogen) | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
veer (boot) | vèèr | het Nederlands heeft een onderscheid gemaakt tussen ‘varen’ en ‘vèren’, zie ook in de eerste categorie |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
paars | pèèrs | dikwijls ook ‘purper’, ‘purpel’, enz. |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gèrs | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
gras | gè®s | niet overal gebruikt, maar wel de dominante vorm zie ges, gers |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ zie hert |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | regio’s West- en westelijk Oost-Vlaanderen gebruiken de a-vorm |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | regio kust gebruikt een a-vorm, meer bepaald amer |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
maart | mèèrt | |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
hart | hèrt | regio Antwerpen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘heart’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
maart | mèèrt | |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
maart | mèèrt | |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
maart | mèèrt | |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
---|---|---|
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
maart | mèèrt | |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten: | ||
---|---|---|
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
De Vlaamse uitspraak is op nagenoeg elk vlak verschillend van de Nederlandse, en beschikt bovendien over extra klinkers zoals de scherplange ee en de scherplange oo (die dikwijls betekenisonderscheidend zijn) die het Nederlands reeds eeuwen geleden heeft verloren. Het Vlaams telt echter nóg een bijkomende klinker (of zelfs twee, indien de korte en lange vorm apart geteld worden), een ei-klank. De uitspraak van deze klank is bij de meeste sprekers een /?(:)/ (of een benadering daarvan). In het noordelijk West-Vlaams is deze /?:/ echter reeds in gebruik voor de scherplange ee, en wordt de ei-klank in kwestie zodoende uitgesproken als /æ(:)/.
De woorden die deze ei-klank bevatten kunnen in drij categorieën onderverdeeld worden. Eerst en vooral zijn er de woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten, ten tweede zijn er de woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten, en ten slotte zijn er de (Franse/Engelse) leenwoorden die in hun taal van oorsprong een ‘ai’ of ‘è’ bevatten. De uitspraak van laatstgenoemde categorie wijkt in het noordelijk West-Vlaams af van de regel en is identiek aan de algemeen Vlaamse uitspraak (men gebruikt er dus ook een /?:/ voor). Aangezien laatstgenoemde categorie bovendien schier eindeloos en tevens evident is, lijsten we in dit lemma enkel woorden uit de eerste twee categorieën op. Niet alle woorden worden overal gebruikt, ze worden wel overal verstaan.
Om zo min mogelijk uitspraakverwarring te veroorzaken noteren we de klank vanaf nu als ‘è’ resp. ‘èè’ voor de korte en lange vorm.
woorden die in het Nederlands een a-klank bevatten:
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|
aanvaarden | aanvèèrden | de Nederlander zegt eerder ‘accepteren’ |
-aar (achtervoegsel) | -èèr | zie eer |
aarde | èèrde | regio Antwerpen-stad gebruikt een a-vorm vgl. Engels ‘earth’ het woord en achtervoegsel ‘aard’ is daarentegen overal ‘aard’, niet ‘èèrd’! idem voor aardig e.d.m. zie ook bv. eirbees |
arm | èrm | |
averechts | èverechts | regio’s West- en Oost-Vlaanderen gebruiken een a-vorm |
blaten | blèten | zie bleiten |
dwars | dwèèrs | de ‘r’ wordt dikwijls niet uitgesproken, dus eigenlijk ‘dwèès’ |
gaarne | gèren | regio Zuid-Oost-Limburg gebruikt een a-vorm zie gere, geire + commentaren |
garnaal | gèèrnaart | massaal veel varianten, doch allemaal met een ‘è’, zie gernat klemtoon op de eerste lettergreep |
haard | hèèrd | |
haring | hèring | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm vgl. Engels ‘herring’ |
kaars | kèèrs | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
kaas | kèès | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
kaaskop | kèèskop | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm, regio Oost-Vlaanderen is wisselvallig |
klaar | klèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt de a-vorm zie ook gereed |
lantaarn | lantèèrn | vgl. Engels ‘lantern’ |
markt | markt | regio’s Antwerpse Kempen en Waasland: mèrt/mèt (zie met) |
maart | mèèrt | |
morgen | morgen | regio Waasland: mèren (zie meiren) → vroeger toen de dieren nog spraken was ‘margen’ een nevenvorm van ‘morgen’ |
paard | pèèrd | zie peerd, peird |
parel | pèrel | vgl. Engels ‘pearl’ |
pilaar | pilèèr | regio’s West-Vlaanderen en |
schaar | schèèr | regio West-Vlaanderen gebruikt ook her en der de a-vorm vgl. Engels ‘shear’ |
staart | stèèrt | |
traag | traag | regio Denderstreek: trèèg |
waard | wèèrd | |
waarde | wèèrde | |
warm | wèrm | |
zwaard | zwèèrd | de ‘r’ valt weg in de uitspraak, dus eigenlijk ‘kèès’ regio kust gebruikt ook de a-vorm zie ook bv. keskeschiet (kaarskeschiet) |
woorden die in het Nederlands een e-klank bevatten:
Nederlands | Vlaams | speciallekes & opmerkingen | beer | bèèr | vgl. Engels ‘bear’ |
---|---|---|
geel | gèèl | regio West-Vlaanderen ook nog ‘gèlev’ (vgl. Engels ‘yellow’) |
geweer | gewèèr | |
karnemelk | karnemelk/botermelk | regio’s West- en Oost-Vlaanderen: kèèr(n)emelk, gemaakt met de ‘kèèrn’ (NL: karn) |
keel (lichaamsdeel) | keel | regio Antwerpen: kèèl regio West-Vlaanderen: scherplange e |
kerel | kèrel | zelfde oorsprong als de eigennaam ‘Karel’ |
keren | kèren | Vlaamse betekenis: borstelen, zie keren ‘keren’ als meervoud van ‘keer’ heeft een scherplange ee |
meer (water) | mèèr | vgl. Frans ‘mer’ |
merel | mèrel | regio’s West- en Oost-Vlaanderen zeggen ‘mèèrlaan’ |
peer (fruit) | pèèr | vgl. Engels ‘pear’ |
scheel | schèèl | |
scheren | schèren | vgl. Engels ‘shear’ |
smeerlap | smèèrlap | zie ook smeerlap |
smeren | smèren | vgl. Engels ‘smear’ |
teer (pek) | tèèr | ‘tèèr’ wordt ook in bepaalde dialecten gebruikt voor een zaagsnede (vgl. Engels ‘tear’) |
teerling | tèèrling | archaïsch in het Nederlands, zie teerling |
vreten | vrèt(t)en | de v wordt stemloos uitgesproken, dus eigenlijk ‘frèt(t)en’ zie fretten, freten |
wereld | wèreld |
zie ook onderstaande link:
http://www.antwerps.be/artikel/1586
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.