Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 3 keer aangepast.
Ik heb eens gekeken naar bestaande labelsystemen. Met die van de ‘klassieke’ woordenboeken (Van Dale, Prisma) zijn we niet zoveel: die hebben er heel veel, maar dat zijn hoofdzakelijk vaktalen, andere talen en grammaticale termen. Daarom heb ik ook eens gekeken naar het Algemeen Nederlands Woordenboek. Dat is een volledig digitaal woordenboek dat kort na 2000 from scratch is opgebouwd. Ik ben van hun labelstructuur vertrokken en heb een paar dingen aangepast: http://anw.ivdnt.org/artikelstructuur
suggesties voor de Vlaamse Woordenboek 2.0
Mijn beginvoorstel:
Onder de genummerde betekenissen van het lemma kunnen gegevens over bijzonderheden gebruik vermeld worden, zoals taalvariëteit, stijl, houding, domein, tijd en medium van het betreffende woord.
• taalvariëteit zie regio-indeling
• stijl kan de volgende waardes hebben: (zeer) formeel; (zeer) informeel; vulgair; poëtisch/literair (‘specialistisch’ valt weg).
• houding kan de volgende waardes hebben: pejoratief (= uitgesproken negatief); eufemistisch (= verbloemend); liefkozend; schertsend/ironisch/sarcastisch; mogelijk beledigend/kwetsend.
• domein wordt alleen toegekend aan woorden of verbindingen die op de een of andere manier verbonden zijn met een vaktaal en/of een specifiek gebied uit de samenleving: (MIJN VOORSTELLEN) vaktaal, ambtelijke taal (Wetstratees?), jongerentaal/studententaal, straattaal, kindertaal
• tijd kan de volgende waardes hebben: verouderend; ouderwets; neologisme.
De grens voor ‘neologisme’ ligt bij het jaar 2000: woorden e.d. die opgetekend zijn voor dat jaar, worden niet als neologisme beschouwd. (OPM: akkoord? Of laten we dat aan de gebruikers over?)
• medium kan de volgende waardes hebben: (vooral) geschreven taal; (vooral) gesproken taal. (OPM: samenvoegen met formeel / informeel?)
Ik las ook dat het handig zou zijn om woordsoorten aan te duiden, zodat die aan een grammatica gekoppeld zouden kunnen worden: substantief (zelfstandig naamwoord), werkwoord, adjectief (bijvoeglijk naamwoord), bijwoord, voornaamwoord, telwoord, tussenwerpsel, vaste verbinding, uitdrukking/spreekwoord, voegwoord, voorzetsel, bijwoord
Ik heb eens gekeken naar bestaande labelsystemen. Met die van de ‘klassieke’ woordenboeken (Van Dale, Prisma) zijn we niet zoveel: die hebben er heel veel, maar dat zijn hoofdzakelijk vaktalen, andere talen en grammaticale termen. Daarom heb ik ook eens gekeken naar het Algemeen Nederlands Woordenboek. Dat is een volledig digitaal woordenboek dat kort na 2000 from scratch is opgebouwd. Ik ben van hun labelstructuur vertrokken en heb een paar dingen aangepast: http://anw.ivdnt.org/artikelstructuur
suggesties voor de Vlaamse Woordenboek 2.0
Mijn beginvoorstel:
Onder de genummerde betekenissen van het lemma kunnen gegevens over bijzonderheden gebruik vermeld worden, zoals taalvariëteit, stijl, houding, domein, tijd en medium van het betreffende woord.
• taalvariëteit zie regio-indeling
• stijl kan de volgende waardes hebben: (zeer) formeel; (zeer) informeel; vulgair; poëtisch/literair; specialistisch (OPM: Over ‘specialistisch’ twijfel ik, valt dat niet onder ‘vaktaal’?).
• houding kan de volgende waardes hebben: pejoratief (= uitgesproken negatief); eufemistisch (= verbloemend); liefkozend; schertsend (OPM ‘om te lachen’?); ironisch/sarcastisch; mogelijk beledigend/kwetsend.
• domein wordt alleen toegekend aan woorden of verbindingen die op de een of andere manier verbonden zijn met een vaktaal en/of een specifiek gebied uit de samenleving: (MIJN VOORSTELLEN) vaktaal, ambtelijke taal, jongerentaal, straattaal, kindertaal, studententaal
• tijd kan de volgende waardes hebben: verouderend; ouderwets; neologisme.
De grens voor ‘neologisme’ ligt bij het jaar 2000: woorden e.d. die opgetekend zijn voor dat jaar, worden niet als neologisme beschouwd. (OPM: akkoord? Of laten we dat aan de gebruikers over?)
• medium kan de volgende waardes hebben: (vooral) geschreven taal; (vooral) gesproken taal.
Ik las ook dat het handig zou zijn om woordsoorten aan te duiden, zodat die aan een grammatica gekoppeld zouden kunnen worden: substantief (zelfstandig naamwoord), werkwoord, adjectief (bijvoeglijk naamwoord), bijwoord, voornaamwoord, telwoord, tussenwerpsel, vaste verbinding, uitdrukking/spreekwoord (OPM: ik heb ‘voorzetsel’ en ‘voegwoord’ niet opgenomen omdat ik denk dat die niet zo relevant zijn. Als jullie ze wel relevant vinden, mogen die zeker erbij).
Ik heb eens gekeken naar bestaande labelsystemen. Met die van de ‘klassieke’ woordenboeken (Van Dale, Prisma) zijn we niet zoveel: die hebben er heel veel, maar dat zijn hoofdzakelijk vaktalen, andere talen en grammaticale termen. Daarom heb ik ook eens gekeken naar het Algemeen Nederlands Woordenboek. Dat is een volledig digitaal woordenboek dat kort na 2000 from scratch is opgebouwd. Ik ben van hun labelstructuur vertrokken en heb een paar dingen aangepast: http://anw.ivdnt.org/artikelstructuur
suggesties voor de Vlaamse Woordenboek 2.0
Mijn beginvoorstel:
Onder de genummerde betekenissen van het lemma kunnen gegevens over bijzonderheden gebruik vermeld worden, zoals taalvariëteit, stijl, houding, domein, tijd en medium van het betreffende woord.
• taalvariëteit zie regio-indeling
• stijl kan de volgende waardes hebben: (zeer) formeel; (zeer) informeel; vulgair; poëtisch/literair; specialistisch (OPM: Over ‘specialistisch’ twijfel ik).
• houding kan de volgende waardes hebben: pejoratief (= uitgesproken negatief); eufemistisch (= verbloemend); liefkozend; schertsend (OPM ‘om te lachen’?); ironisch/sarcastisch; mogelijk beledigend/kwetsend.
• domein wordt alleen toegekend aan woorden of verbindingen die op de een of andere manier verbonden zijn met een vaktaal en/of een specifiek gebied uit de samenleving: (MIJN VOORSTELLEN) vaktaal, ambtelijke taal, jongerentaal, straattaal, kindertaal, studententaal
• tijd kan de volgende waardes hebben: verouderend; ouderwets; neologisme.
De grens voor ‘neologisme’ ligt bij het jaar 2000: woorden e.d. die opgetekend zijn voor dat jaar, worden niet als neologisme beschouwd. (OPM: akkoord? Of laten we dat aan de gebruikers over?)
• medium kan de volgende waardes hebben: (vooral) geschreven taal; (vooral) gesproken taal.
Ik las ook dat het handig zou zijn om woordsoorten aan te duiden, zodat die aan een grammatica gekoppeld zouden kunnen worden: substantief (zelfstandig naamwoord), werkwoord, adjectief (bijvoeglijk naamwoord), bijwoord, voornaamwoord, telwoord, tussenwerpsel, vaste verbinding, uitdrukking/spreekwoord (OPM: ik heb ‘voorzetsel’ en ‘voegwoord’ niet opgenomen omdat ik denk dat die niet zo relevant zijn. Als jullie ze wel relevant vinden, mogen die zeker erbij).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.