Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "afpuntlijst." Bekijk alle definities.
checklist
Goede architectuur valt niet te beoordelen aan de hand van een afpuntlijst van kwaliteitscriteria. (demorgen.be)
Dat verhaal is bekend: er bestaat een soort afpuntlijst van goede kenmerken. (standaard.be)
Een hele stapel papieren, van plannen tot totaal overbodige afpuntlijsten, tot ook jammer genoeg de voorlopige rekening :) (lindestraat9.be)
overtaal.be:
Beterlands bevat, aldus den Boon, ‘pakweg 25 BelgischNederlandse woorden … die als typisch Vlaams ook
in het Nederlands figureren’. In het licht van de tweedeling waarvan supra sprake, moet het dan wel gaan om
woorden ‘die niet in Nederland zijn ontstaan, maar die
het Nederlands inmiddels omarmd heeft of lijkt te gaan
omarmen’. Het gaat om volgende lijst van exact 40
woorden: afpuntlijst (actielijst), allee (komaan; Ton den
Boon stelt hier dat Van Dale het onterecht als algemeen
Nederlands beschrijft), amai (tjongetjonge, oei), ambetant (vervelend), apenjaren (puberteit), awel (welnu),
bestemmeling (geadresseerde), betoelagen (subsidiëren),
bibbergeld (gevarentoeslag), bolwassing (schrobbering),
buitenwipper (uitsmijter; niet gebruikt in Nederland,
omdat het ‘te gemakkelijk een erotische bijgedachte
kan wekken’), bureel (bureau), dagdagelijks (dagelijks),
droogzwierder (centrifuge), eenzelvigheidskaart (identiteitskaart), flik (politieagent), frietkot (frietkraam),
goesting (zin), grieventrommel (de gezamenlijke klachten
over de overheid bij een bepaalde bevolkingsgroep), hesp
(ham; ‘in de zuidelijke delen van Nederland regelmatig
aangetroffen’), holebi (verzamelnaam voor homo’s,
lesba’s en biseksuelen), jobstudent (werkstudent), kotmadam (hospita), kuisvrouw (poetsvrouw; ‘ook gebruikelijk in de zuidelijke delen van Nederland’), kwatong
(kwaadspreker), labeur (zwaar werk), onthaal (receptie),
panikeren (in paniek raken), platte kaas (wrongel,
kwark), plat water (mineraalwater zonder koolzuur;
‘doodnormaal in Nederland’), poepeloerezat (stomdronken), sluikstort (illegale vuilnisbelt), smo (broodbeleg
bestaande uit ei, mayonaise en sla) (sic; FD), studentin (meisjesstudent, studente, vrouwelijke student),
tweewoonst (twee-onder-een-kapwoning), voddenvent
(‘nietsnut’), wentelwiek (helikopter; ‘even gebruikelijk
in Nederland als in Vlaanderen’), wrevelagent (agent
die in een wijk spanningen tussen bewoners oplost),
zothuis (gekkenhuis) en zottekesspel (dwaasheid, chaotische toestand).
Wentelwiek staat hierboven ten onrechte als link, want het is geen typisch Vlaams wat overigens ook in de tekst aangegeven wordt.
wikiwoordenboek:
In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd “wentelwiek” herkend door:
79 % van de Nederlanders;
71 % van de Vlamingen.1
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.