Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 15 keer aangepast.
het Brabants wijkt dikwijls af van de standaardtaal voor wat betreft het genus
t straatDe kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op ’t straat.
Dat ligt op ’t zolder.
het Brabants wijkt dikwijls af van de standaardtaal voor wat betreft het genus
t straatDe kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
het Brabants wijkt dikwijls af van de standaardtaal voor wat betreft het genus
t straatDe kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
Het Brabants dialect heeft een enorme invloed gehad op gebied van het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt het daarvan af voor bepaalde onderwerpen: “’t” vs. “de”
zie ook t straat
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
Het Brabants dialect heeft een enorme invloed gehad op gebied van het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt het daarvan af voor bepaalde onderwerpen: “’t” vs. “de”
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
Het Brabants dialect heeft een enorme invloed gehad op gebied van het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt het daarvan af voor bepaalde onderwerpen: “’t” vs. “de”
De Schelde > ’t Scheld
de school > ’t school
de stad > stad, ’t ~
de chauffage > ’t chauffage
de stal > ’t stal
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld; de school > ’t school; de stad > stad, ’t ~
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld; de school > ’t school; de stad > stad, ’t ~
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten. zak, in ’t ~ zetten
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld; de school > ’t school; de stad > stad, ’t ~
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
Iemand in tzak zetten.
De kinderen spelen op tstraat.
Dat ligt op tzolder.
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld; de school > ’t school; de stad > stad, ’t ~
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld; de school > ’t school; de stad > stad, ’t ~
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld, de school > ’t school
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld, de school > ’t school
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld, de school > ’t school
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai in ’t stad, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade in de stad, vlak bij de Schelde)
De Antwerpenaar heeft met zijn Brabants dialect een enorm taalgevoel opgeslagen ivm. het geslacht van woorden. Eigenaardig genoeg wijkt hij daarvan af voor bepaalde onderwerpen. “’t” vs. ‘de’
De Schelde > ’t Scheld, de school > ’t school
De kingderen zèn nor ’t school.
(De kinderen zijn op school)
Ze woont op de kaai, vlak bij ’t Scheld.
(Ze woont op de kade, vlak bij de Schelde)
Kent u er nog andere?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.