Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zun mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Het hageld’, ’t sneeuwde, het miek er zo koud, de rijm lag op de daken. (uit bekend kerstliedje: Maria die soude naer Bethlehem gaen)
Zwerte Fles heette die en wo ze gegaan had mieke wij overal kruiskens omdat de mense toch do nie zoude gaan. (volksverhalenbank.be, Leuven, 1964)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zun mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Het hageld’, ’t sneeuwde, het miek er zo koud, de rijm lag op de daken. (uit bekend kerstliedje: Maria die soude naer Bethlehem gaen)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zun mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Het hageld’, ’t sneeuwde, het miek er zo koud, de rijm lag op de daken. (uit bekend kerstliedje: Maria die soude naer Bethlehem gaan)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zun mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zolle mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij mieken
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.