Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 12 keer aangepast.
klootzak, smeerlap, vortzak
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door sommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
Die rotzak heeft mij weer liggen. (bij mijn kloten)
klootzak, smeerlap, vortzak
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door sommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
Die rotzak heeft mij weer liggen. (bij mijn kloten)
klootzak, smeerlap, vortzak
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door sommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
Die rotzak heeft mij weer liggen. (bij mijn kloten)
klootzak, smeerlap, vortzak
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door zommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1921.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
ander woord voor klootzak. Smeerlap.
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door zommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1921.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
ander woord voor klootzak. Smeerlap.
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door zommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1921.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
ander woord voor klootzak. Smeerlap.
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door zommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1921.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
ander woord voor klootzak. Smeerlap.
WNT:
Gemeen scheldwoord voor iemand die is aangetast of aangestoken door een venerische ziekte (of andere vuile huidziekte); in ’t bijzonder als een oud minachtend scheldwoord voor de Walen en Franschen (verg. de benaming Fransche ziekte voor: syphilis, en zie verder nog voor de aan de Franschen toegeschreven neiging tot het sexueele Dl. III).
Nog thans in Z.-Nederl. voor: ”iemand die aangedaan is van koningszeer, venusziekte”
Daarnaast ook opgevat als: log of lomp persoon. Verg. SCHUERM., Bijv. (1883): ”dikke, zwaarlijvige vent” en V. MOOCK: ”lomp, ongeschikt mensch, maroufle, bouvier”.
Deze beteekenis is vermoedelijk ontstaan doordat men aan zak in algemeenen zin heeft gedacht (als in: zoutzak voor: domme, logge vent; lamzak enz.), terwijl de oorspr. opvatting van zak (in verband met rot: venerisch) zal zijn geweest die van: balzak.
Rotzak … scheldw.: veeltijds per abuis door zommige welgemeste en logge Nederlanders de Franschen en Waalen toegepast MARIN.
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1921.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
ander woord voor klootzak. Smeerlap.
Die rotzak heeft mij weer liggen.(bij mijn kloten)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.