Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 16 keer aangepast.
-om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: BE; spreektaal
zie ook verschietelijk
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: BE; spreektaal
zie ook verschietelijk
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: verschietachtig
toegevoegd in oktober 2007
BE; spreektaal
1. om van te schrikken
2. van personen gauw schrikkend
zie ook verschietelijk
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken, iets wat plotseling, maar niet blijvend, schrik teweegbrengt
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
zie ook verschietelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: verschietachtig
toegevoegd in oktober 2007
BE; spreektaal
1. om van te schrikken
2. van personen gauw schrikkend
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
zie ook verschietelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: verschietachtig
toegevoegd in oktober 2007
BE; spreektaal
1. om van te schrikken
2. van personen gauw schrikkend
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
“Weet u niet wat verschietachtig is?. Stel, u fietst voorbij een geparkeerde auto en de deur van die auto gaat plots open en u kunt een aanrijding nog net vermijden. Wel, dat is nu verschietachtig.” (Drs. Johan Happolati, ‘Verschietachtig’ moet in de Dikke Van Dale)
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken
-ook: vlug verschieten, gezegd van mensen of dieren
zie ook verschietelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: verschietachtig
toegevoegd in oktober 2007
BE; spreektaal
1. om van te schrikken
2. van personen gauw schrikkend
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
-om van te verschieten, om van te schrikken
-ook: vlug verschieten, van mensen of dieren
zie ook verschietelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Van Dale: verschietachtig
toegevoegd in oktober 2007
BE; spreektaal
1. om van te schrikken
2. van personen gauw schrikkend
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
schrikachtig
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
zie ook verschietelijk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
schrikachtig
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
zie ook verschietelijk
WNT: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
zie ook verschietelijk
WNT: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
WNT: (Vl.-België). De neiging hebbend gauw te schrikken, ontsteld te raken, bang te zijn. Ook van paarden.
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
om van te verschieten, om van te schrikken
ook: vlug verschieten
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Onze Jeroen is heel verschietachtig. Hij laat regelmatig iets vallen van ’t verschieten.
om van te verschieten, om van te schrikken
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
om van te verschieten, om van te schrikken
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
om van te verschieten, om van te schrikken
Dat spookhuis was niet zo verschietachtig.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.