Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.
- lang, mager persoon (Van Dale 2016 online: BE)
- wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel
zie ook zwik, lange ~, lange zwikzwak
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- Gewestelijk, in Vl.-België en Zeel.: Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
- lang, mager persoon (Van Dale 2016 online: BE)
- wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel
zie ook zwik, lange ~, lange zwikzwak
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- Gewestelijk, in Vl.-België en Zeel.: Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
- lang, mager persoon (VD2016 online: BE)
- wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel
zie ook zwik, lange ~, lange zwikzwak
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- Gewestelijk, in Vl.-België en Zeel.: Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
- lang, mager persoon
- wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel
zie ook zwik, lange ~, lange zwikzwak
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- Gewestelijk, in Vl.-België en Zeel.: Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
- lang, mager persoon
- wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel
zie ook zwik, lange ~
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- Gewestelijk, in Vl.-België en Zeel.: Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
lang, mager persoon (wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel)
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
- (Gewest. in Vl.-België en Zeel.) Lang, mager mensch (die met knikkende knieën en zwikkende voeten loopt).
“Gij lange zwik-zwak!” Sieders (1869).
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
lang, mager persoon (wordt ook gebruikt als synoniem voor schommel)
WNT: Redupliceerende uitbreiding van zwik (de verbaalstam van zwikken) met vocaalalternantie (zoals mikmak, tiptop e.d.). Bij Kiliaan (1588) en Mellema (1618) ook in de vorm zwikzwank; bij Gezelle in de vorm zwijkzwak en bij Desnerck en Teirlinck ook zwiekzwak.
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
lang, mager persoon
Wordt ook gebruikt als synoniem voor “schommel” en zou zo kunnen wijzen op de (lange) touwen die heen en weer wiegen.
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
lang, mager persoon
Wordt ook gebruikt als synoniem voor “schommel” en zou zo kunnen wijzen op de (lange) touwen die heen en weer wiegen.
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
Lang, mager persoon.
Wordt ook gebruikt als synoniem voor “schommel” en zou zo kunnen wijzen op de (lange) touwen die heen en weer wiegen.
Die lange zwikzwak heeft geen ragebol nodig om de spinnewebben weg te doen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.