Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 16 keer aangepast.
geld
< sol=oude Franse munt < volkslatijn: soldus
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
znw. m. Ontleend aan verouderd frans sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
< sol=oude Franse munt < volkslatijn: soldus
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
znw. m. Ontleend aan verouderd frans sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
< sol=oude Franse munt < volkslatijn: soldus
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd frans sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd frans sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd frans sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Zuid-Nederland.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
< oude Franse munt: sou
< volkslatijn: soldus
< Latijn: solidus
ook: souze
zie ook: bal, nikkeltje, zo groot als een ~
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
een solleke: een muntstuk (nikkel) met een gat in met een waarde van 5 centiemen (20ste E.)
< oude Franse munt: sou
< volkslatijn: soldus
< Latijn: solidus
ook: souze
zie ook: bal
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
< oude Franse munt: sou
< volkslatijn: soldus
< Latijn: solidus
ook: souze
zie ook: bal
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
< oude Franse munt: sou
< volkslatijn: soldus
< Latijn: solidus
ook: souze
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak (sol, geen rotte ~ hebben). Ik ben platzak.
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < Latijn solidus
ook: sou, souze
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Antw.: “Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak.”
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < Latijn solidus
ook: sou, souze
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Antw.: “Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak.”
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < Latijn solidus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel.
zie ook sol bij teppen schieten
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Antw.: “Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak.”
geld
< sol=oude Franse munt (sou) < volkslatijn: soldus < solidus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Ik heb gene rotte sol op zak. Ik ben platzak. (Georges Grootjans – Antw. Re:teppen schieten)
geld
< sol=oude Franse munt < volkslatijn: soldus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.