Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 18 keer aangepast.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”, bef, een ~ trekken)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
> zie andere betekenissen van moef
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”, bef, een ~ trekken)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”, bef, een ~ trekken)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”, bef, een ~ trekken)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
2) slecht gehumeurd persoon
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederlands moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: vergelijk bij De Bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij Cornelissen-Vervliet ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk, moeften
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederl. moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk, moeften
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederl. moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT: zuidnederl. moef
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
WNT:
Een dergelijke term kan ook vanouds in Nederlandsche dialecten hebben bestaan: verg. bij de bo (1873) ”moef, lui en bolsterachtig mensch”; bij corn.-vervl. ”mo?f, onvriendelijk mensch, pruiler”, ook ”onvriendelijke, ongespraakzame vrouw of dochter”, waarnaast ”mo?fen, pruilen”.
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
synoniem: moefkop (Antwerpse Kempen)
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
< Duits: Muff: een scheldwoord voor een knorrepot, een mopperaar, iemand die onbeleefd, ongemanierd, niet spraakzaam is
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
zie ook: moenk
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
(1) zuur gezicht (alternatief: “een lip”)
(2) slecht gehumeurd persoon
(1) Wa heeft ze voor, ze trekt weer zo’n moef?
(2) Wa voor een moef is me da seg, die kan ook met niks lachen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.