Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 12 keer aangepast.
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
> zie andere betekenissen van moef
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
WNT: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
WNT: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
> Fr. moufle
MNW:
Want, grove handschoen, in welken zin ook moffel voorkomt. Hoogstwaarschijnlijk is het woord in dezen zin op te vatten MLoep II, 669: “Smede die dat yser bluffen (slaan), spitter, delver mit horen muffen” . Doch men zou eig. eerder den naam van een werktuig verwachten.
WNT: zuidnederl. moef
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
> Fr. moufle
MNW:
Want, grove handschoen, in welken zin ook moffel voorkomt. Hoogstwaarschijnlijk is het woord in dezen zin op te vatten MLoep II, 669: “Smede die dat yser bluffen (slaan), spitter, delver mit horen muffen” . Doch men zou eig. eerder den naam van een werktuig verwachten.
WNT:
- Eene soort van ruige losse mouw; in dien zin thans verouderd: wel nog gebruikt voor eene bekleeding van den arm bij meisjes, en dan eene soort van losse wollen mouw; ook wel, in de samenst. polsmofje, voor een bekleeding van den pols.
- Eene soort van gewatteerden koker, van buiten meestal met bont bekleed, aan de twee einden open, en waarin men de beide handen steekt; als middel tegen de koude; bijna uitsluitend in gebruik bij dames. Verg. fr. manchon, afgeleid van manche, naast fr. moufle, dat men van een Germ. woord, verwant met mouw, wil afleiden.
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
een mof of moffel
Het is een soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets
Antwerpen: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
Antwerps: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
moffel (soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets)
Antwerps: moeffel, vr. -s
Kempen: moef, moeffel
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
moffel (soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets)
Antwerps: moeffel, vr. -s
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
moffel (soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets)
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar (= rij) er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
moffel (soort losse mouw, vaak van bont, waarmee men zijn 2 handen kan warm houden in de winter; soortgelijke koker aan elk van de handvaten van een fiets)
Bèste z’n moef vergèète? Ich vaor nimei trèg èste, stèèk z’n haan dan mêr èn z’n maole! (Zijt ge uw moffel vergeten? Ik vaar er niet voor terug, steek uw handen dan maar in uw zakken)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.