Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "flasche." Bekijk alle definities.
fles
MAND voor Brugge: ?fl?x => e flas(j)che
Gif die kleene z’n flasche pap, dat ie stopt met blèten
geslacht int brugs
Hey Flipper,
ik heb vandaag al de opgaves voor “H036p Brugge BeWv” doorgekeken in de MAND-database. Dit zijn mijn vondsten (onzijdige woorden buiten beschouwing gelaten):
bezittelijke voornaamwoorden worden niet verbogen volgens geslacht, behalve ons. Voor zover ik heb begrepen is “ons” onzijdig, “onze” vrouwelijke en “onze(n)” mannelijk mannelijke woorden mogen “e(en)” krijgen als lidwoord(?)
-woorden die een “ne(n)” voor zich kunnen krijgen zijn mannelijk, bvb: ne stok, nen tak
-
-als der een adjectief tussen komt, is de mannelijke verbuiging bijna altijd AN-achtiger: een dikke take (weinige uitz, bvb “nen hogen hoed”)
vrouwelijke woorden hebben een slot-e en krijgen nooit “ne(n)”:-Ik neem aan dat deze ook mannelijk zijn: raspere, wintere, eëmere
mutse, brugge, buize, strate, deuze (doos), lage, duve, egge, erwete, koeie, flasche, foute/feute, gamze (gans), gieëte, puipe (pijpe), gote, spalle (speld), hekse, kasse (kast), käse (kaars), kaarte, karre, katte, kele, kerke, käze (kers), klokke, keuële (koôl), kaste (korst), kouse, kraaie, krukke, kuipe, leëre (ladder), lampe, latte, lippe, mage, mane, mugge, munte, musche, naalde, nichte, neuëte, padde, päre, peze, pille, planke, plinte, pompe, poôrte, puppe, prente, reze/reize, vlagge, roende (ronde), roëze, ruite, schâre, schene, scholpe (schelp), kinne, schole, schippe (schop),scheure (schuur), slikke (slak), slunse/sloense, strieëpe, somme, soörte, spalle (speld), spieëre, spreie, sterre, stemme, rape, taarte, tente, tunne, väze, faze (vaas), veste, fijge, vijle, vlagge, vlamme, vlooie, vruchte, weke, wolke, worte/vratte, zage, zale, ziekte (korte ie), zieële, zijde, zunne, zoende (zonde)
ook deze neem ik aan: eënde (eend), eëwe (eeuw), beuze (beurs)
—uitgezonderd zijn woorden op -lme (ne zwolme_), -rme (ne vorme, ne worme, nen arme_)
—woorden op -er(e) zijn mannelijk, tenzij ze een vrouw aanduiden (zustere, moedere, dochtere): kaldere, karpere, lijstere, miëster, negere, roöstere, schouwere, sleutere, trachtere, vingere, zoldere, zoldere, zomere
-
-woorden op -el(e) zijn grotendeels mannelijk: (ik durf de regel -(e)ne → m. ni te formuleren op basis van zo weinige voorbeelden)
nen dreupele, nen ieëkele, nen ingele, nen ezele, ne kabele, ne kärel, ne kogele, ne lepele, ne nagele, ne sabele, ne spegele, ne stempele, ne nafele (navel), ne veugele, ne wortele
verder ook deze (die v/m zijn in woordenboeken): ne mussele, ne scheutele, ne sikkele, ne wafele, ne zegele
Ik neem verder aan dat deze woorden m zijn:
tafele (v/m in woordenboeken), bustele (m in woordenboeken), keutele (m in woordenboeken)
-de enige andere uitzonderingen in de database zijn deze mannelijke:_ ne meul*ne*(molen)_, nen oeëvene (oven), ne nekke en ne zeune (zoon)
—eventueel ook niet vrouwelijk: gomme, gewere, keukene, keule (kool), pekke (pik), pale
-
Woorden die niet op -e uitgaan zijn mannelijk:
aap, otto, briêf, diêf, draad, mund, dwel, iêk, gast, ingst (hengst), hoeëd (hoed), hoek, berg, kam, kant, kei knoôp, keunink, boôm, hoend/hond, dag, liêv (leeuw), maand, maat, mens, mur (muur), nest, rik (rug), pot, peûs (paus), peûw (pauw), ploeg, po.ls, poôt, prijs, pit (put), rok, schip (schop), smid, stäärt, step (stap), steên, stoêl, stok, tak, tijd, tram, treng (trein), uil, vint (vent), vis, vloek, voêt, vrecht (vracht v/m in woordenboeken), vuist, wäreld (v/m in woordenboeken), wolf, zak, zoôm
ik neem aan da’ da geld ook voor deze woorden die met “ee(n)” voor zich stonden:
bost (borst, ook al is da’ v/m in woordenboeken)
muw (mouw)
oogst
rink (ring)
hoop (opeenhoping)
hoorn
knecht
kreul (krul) (v/m in woordenboeken)
bak
vent
pleng (“plein”, onzijdig?)
schoeë (schoen)
snee (v/m in woordenboeken)
spaak
strek (strik)
rand
wost (worst) (v/m in woordenboeken)
Klop et een beetje? In elk geval is “fles(s(ch)e)”/“flas(s(ch)e)” vrouwelijk in de meeste dialecten (ook genen enkelen treffer voor “ne fles” op google), dus gezien zin vorme(:D): is het ni vrouwelijk ook in Brugge?
stommen opmaak :D
gelieve ook het doorgestreepte te lezen!
sorry vor de roerige spelling van de woorden.. der zit geen goe systeem in want ik heb nog geen reden om mij een consequente spelling te leren voor dees dialect :(
vles
oeps ik had op “vles” gegoegeld ipv “fles”, der zijn wel een paar treffers voor “ne fles”
flasche
sorry in de rapte heb ik mij vergist, het moet wel degelijk vrouwelijk zijn
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.