Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "pitteleer." Bekijk alle definities.
pandjesjas
vnw: (heren)rok, geklede jas, billentikkertje
zie synoniemen en etymologie bij pitteleir
Nog ’s de dirigent in pitteleer die buigt voor het publiek.
Adhemar was twaalf albums lang een bleitende kleuter gehuld in babykleren, vooraleer hij gekleed in een pitteleer de kleine professor werd. (demorgen.be)
Vijf heren in pitteleer brengen een afwisselend programma met Nederlandstalige en andere chansons, humor en een vleugje meligheid. (standaard.be)
uitgedost
De mensen die zo uitgedost zijn, doen me altijd denken aan pinguïns. Niet dat ze zich op dezelfde manier voortbewegen.
pit
In Zuid-Limburg was “pit” tot voor kort het gewone woord voor “(over)jas”. Als ik het goed heb, gebruiken alleen de oudere dialectsprekers dit woord nog:
Doet uw warme pit maar aan, er staat een koude wind.
(lokale uitspraak: Doêt z’ne wêrme pit mêr aon, doë steet ne kaaë wènd)
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.