Woorden die beginnen met 'op'

op
op
op 't nepperken
op (n)iets trekken
op `t gemakske
op afstand
op algemene (aan)vraag
op automatische piloot
op avans
op café
op de avond en de noen
op de bollenwinkel passen
op de bots
op de dool
op de kap van
op de keien gezet
op de luchthaven
op de meet geklopt worden
op de middag
op de plak
op de rails houden
op de rooster leggen
op de schoolbanken
op de sjotters
op de spiegel schrijven
op de vooravond
op de zilmen werken
op den boek vliegen
op den draai zijn
op een ander
op een ander gaan
op een ander zitten
op een been kunt ge niet staan
op een blauw steentje pissen
op een bureauke zitten
op een einde lopen
op een goei wei zitten
op een hoop zetten
op een ik en een gij
op een rappeke
op een weer zitten
op een wip en een flik
op een, twee, drie
op eigen middelen
op en af
op en in
op gang trappen
op gang trekken
op geen ballen trekken
op geen fluit trekken
op geen kloten trekken
op geen voeten trekken
op gehad hebben
op het einde
op het gemak
op het goed vallend uit
op het haar rijden
op het hoogste
op het schieë van de met
op het voorplan treden
op hoek en negenman
op hotel
op iemands kazak zitten
op iemands systeem werken
op iets of iemand betrouwen
op iets zitten houden
op klein hoopkes liggen
op komste
op kot zitten
op kruisberg liggen
op maneuvers gaan
op mijn duizend gemakken
op netels zitten
op niets trekken
op overschot
op pensioen
op post blijven
op post zijn
op punt stellen
op punt zetten
op ralenti
op restaurant gaan
op rij
op rust
op tafel
op tijd en stond
op uur en tijd
op uw bil kunnen schrijven
op uw kop gaan staan
op uw put denken
op voorhand
op wandel
op zak steken
op zichzelf
op zijn
op zijn bil slagen
op zijn duizendste gemak
op zijn effen
op zijn eigen
op zijn Frans
op zijn honderdduizendste gemakken
op zijn hoofd gevallen zijn
op zijn kin kloppen
op, 7 ~ 7
op, een ~ een
op~ en afgaan
op~ en afrijden
opapa
opbabbelen
opbinden
opblinken
opbod, een ~ aan
opboeien, zich ~
opbranden
opbrengen
opbrengen, het niet kunnen ~
opbrengsteigendom
opbrengsthuis
opcentiemen
opdagen
opdeciem
opdeciemen
opdekken
opdekken, het bed ~
opdienster
opdoen
opdoen, de indruk ~ dat
opdoen, er enen ~
opdoffer, een ~ krijgen
opdoppen
opdraaien, zijn eigen ~ in
opdrachthouder
opdrijven
opdringen, zich ~
opdritsen
opeen~
opeenvijzen
opeetpapier
opeising
opeisingsvideo
open bebouwing
open boulevard, een ~ voor zich krijgen
open en toe
open en toe slaan, mijn kop
open en toe, den ~
Open Wervendag
open, den ~ en toe
openbaar ambt
openbaar, het ~
openbare omroep
openbare onderstand
openbare plaats
opendebatcultuur
opendeur
opendeurdag
opendoender
openen, een onderzoek ~
opengrenzenbeleid
opengrenzenpartij
openhouden
openingsmatch
openingstaks
openingsuren
openingsuur
openlucht, in
openplooien
opensluiten
openstellen
opentlijk
opentrekken
opentrekken, de ogen ~
opentrekken, zijn paraplu ~
Openwervendag
operateur
Operatie Kelk
Operatie Propere Handen
operatiekwartier
Opex, den ~
opfreiten
opfretten
opfrissen
opgaan
opgang
opgedaagd
opgedraaid
opgekleed
opgekot
opgemaakt in dubbel
opgemaakt spel
opgepast zingende kinderen
opgepatuut
opgepint lijk nen pauw
opgepoeft
opgeraken
opgestegen
opgeten
opgeven
opgeven, hoog ~ over
opgezet
opgezet
opgezet spel
opgezet zijn met
opgezet, ermee ~ zijn
opgieten
opgommen
ophaalkalender
ophangen, een beeld ~ van iemand
ophebben
ophebben, iets ~
ophebben, laag of niet hoog ~
ophefmakend
ophessen
opioneerder
opjagen, zich ~
opjeiren
opjoeberen
opkamerke
opkappen
opkeren
opkeuteren
opkleden
opkomen
opkomen, er (kunnen) ~
opkomen, in zijn ~ zijn
opkomstplicht
opkotplicht
opkotten
opkramen
opkrasselen
opkrijgen
opkuis
opkuisactie
opkuisen
opkuiser
opkuisfacuur
opkunnen, niet ~
opkwikken
opladen
oplakken
oplappen
oplapper
opleg
opleggen
opleiden
opleidingscheque
oplekken
oplepelen
opleren
oplichteres
opligger
oplijsten
oplopen, hoog ~ met
oplossingsfederalisme
opmaken, dossier ~
opmatsen
opmerken, zich laten ~
opneemvod
opnemen
opnemen, verantwoordelijkheid ~
opnemer
opnêr
opneut
opnieft
oppakken
oppakken, iets verkeerd ~
oppasser
oppasster
oppensioenstelling
opper
opper-Vlaming
oppergaai
opperlicht
opperste
oppikken
oppinten
opplooibaar
opplooien
opportunist
opportuniteit
oppositiekuur
oppotlepelen, zich ~
oppuntstelling
oprakelen
opramasseren
oprapen
oprijden
oproep
oproep, nutteloze ~
oproepen
oproepingsbrief
oprollen, zijn matten -
oprommelen
opruimingswerken
oprujen
opruststelling
opsabbelen
opscharen
opscheppen, dat zal hier rap opgeschept zijn
opschieter
opschorsen
opschrijven
opschudden
opsinjoorke
opslag, door ~ de gaan
opslagen
opslorpen
opsmeren
opsmijten
opsmoren
opsmoren, in uw pijp steken en ~
opsmossen
opsnurken
opsolferen
opsoppen
opspangen
opspeling
opspeulen
opspieën
opspringen
opspuiten
opsputten
opstaan met pisoogjes
opstappen
opsteken
opsteker
opsteller
opstoken
opstoker
opstoot
opstoven
opstroefelen
opstroppen
opstropping
opstuiken
optalloren
optasten
optekenen
opteljoren
opteren
opternieuw
optie
optieker
optietematooien
optrekken
optutten
opuitegaard
opvangcentrum, gesloten ~
opvijzen
opvissen
opvoeder, opvoedster
opvolgen
opvolger
opvolging
opvolgingsbureau
opvulregel
opwarmfiche
opwekken
opwerpen
opwollen
opzabberen
opzakken
opzeg
opzegperiode
opzegvergoeding
opzet
opzet, kwaad ~
opzettelijk slagen en verwondingen met de dood tot gevolg
opzettelijke doding
opzetten
opzetten, de radio ~
opzetten, de tafel ~
opzetten, een ander plaatje ~
opzetten, een lap ~
opzetten, hem
opzetten, tafel ~
opzetten, zich ~
opzicht
opzjoeberen
opzoeking
opzoekingswerk