Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De eerste persoon enkelvoud van de sterke werkwoorden met één lettergreep wordt in de Antwerpse Kempen gevormd als volgt:
Doen /doen/ > ik dun (scherpe u, een beetje zoals AN “put”, “stuk”)
Gaan / gaon/ >ik guin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Staan >ik stuin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Zien > ik zin (korte ie zoals AN “ik”, “zin”)
Zijn > ik zen (korte scherpe e zoals AN ik “ben”)
Waarschijnlijk treft men dergelijke vormingen aan in het hele Brabantse taalgebied.
’K zén ziek en ik guin nui den doktoor.
(Ik ben ziek en ik ga naar de dokter.)
De eerste persoon enkelvoud van de sterke werkwoorden met een lettergreep wordt in de Antwerpse Kempen gevormd als volgt:
Doen /doen/ > ik dun (scherpe u, een beetje zoals AN “put”, “stuk”)
Gaan / gaon/ >ik guin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Staan >ik stuin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Zien > ik zin (korte ie zoals AN “ik”, “zin”)
Zijn > ik zen (korte scherpe e zoals AN ik “ben”)
Waarschijnlijk treft men dergelijke vormingen aan in het hele Brabantse taalgebied.
’K zén ziek en ik guin nui den doktoor.
(Ik ben ziek en ik ga naar de dokter.)
hij – ie
- bij inversie (als de persoonsvorm van het werkwoord voor het onderwerp staat)
- als onderwerp in een bijzin, meestal na “dat” en “of”
de h in het begin van het woord wordt meestal niet uitgesproken, meestal is er ook geen pauze tussen werkwoord en onderwerp /em/
In de Antwerpse Kempen komt het ook voor dat “hem” gewoon “hij” vervangt als onderwerp in een mededelende zin. Dat wordt echter ervaren als kinderachtig of kinderlijk taalgebruik. Waarschijnlijk is dit laatste ook verouderd.
Zeker in de Antwerpse Kempen, maar waarschijnlijk ook wel elders.
zie em
- Wat heeftem gezegd? Doet hem het of doeth em het nie?
/Wat heitem gezei? Doetem het of doetem het nie?/
(Wat heeft-ie gezegd? Doet-ie het of doet-ie het niet?)
- Hij beweerde dat hem hem niet gezien heeft.
/A beweirde dattem hem nie gezien hei./
(Hij beweerde dat-ie hem niet gezien heeft.)
- Hem heeft het gedaan, ikke niet!
/Hem heiget gedaon, ikke nie!/
(of hem)
hij, in bepaalde gevallen: na een werkwoord, na dat, na als = wanneer, na als = indien, niet na als = vergelijking.
zie hem of em
t.a.v. de grammatici: laat u eens gaan en geef hier ne convenabele uitleg.
Hij had pertang beloofd dat em kwam, maar van de namiddag moest em naar Brussel. Als em kan zal em nog binnenspringen.
‘Dat is em! Dat is em!’ De legendarische uitroep van Rik De Saedeleer bij een beslissende goal.
(of hem)
hij, in bepaalde gevallen: na een werkwoord, na dat, na als = wanneer, na als = indien, niet na als = vergelijking.
zie hem – em
t.a.v. de grammatici: laat u eens gaan en geef hier ne convenabele uitleg.
Hij had pertang beloofd dat em kwam, maar van de namiddag moest em naar Brussel. Als em kan zal em nog binnenspringen.
‘Dat is em! Dat is em!’ De legendarische uitroep van Rik De Saedeleer bij een beslissende goal.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.