Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opstaand hok boekweitschoven
zie boegget
(wordt gezegd van iemand die heel klein van gestalte is, de stengels van boekweit zijn korter dan die van rogge of tarwe)
’t Is just a boegesheipke!
(Hij of zij is erg klein. Het is net een schoof boekweit.)
opstaande hoop boekweitschoven
zie boegget
(wordt gezegd van iemand die heel klein van gestalte is, de stengels van boekweit zijn korter dan die van rogge of tarwe)
’t Is just a boegesheipke!
(Hij of zij is erg klein. Het is net een schoof boekweit.)
boekweitkoek
(pannenkoek gemaakt met boekweit)
zie boegget
Onze pa moek ’s mergens altied boegese koek.
(Onze pa maakte ’s morgens altijd boekweitkoek.)
boekweit
Boekweit (Fagopyrum esculentum) is een plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). Polen en in mindere mate Frankrijk zijn nog belangrijke Europese productielanden van boekweit als voedselgewas.(Wikipedia)
Vroeger werd in de Kempen, vooral in Noord-Limburg, veel boekweit verbouwd.
zie boegese koek en boegesheipke
De boegget stejt er echt sjuun bie.
(De boekweit staat er schoon bij.)
zie er schoon bij staan
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.