Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Het Engelse product Blanco (merknaam) was oorspronkelijk wit. Later werd het ook in kleuren gemaakt.
Blancotage: wit maken, maar aangezien de militairen ook het groene product gebruikten hebben ze voor het groen vercoteren uitgevonden. Logisch: vert = groen. Bleucoteren: bleu = blauw. Blancoteren: blanc = wit. Een werkwoord voor elke kleur. Dat doen de Nederlanders ons niet na :) ze hebben blijkbaar maar één woord:
Van Dale: blancoën, blancode, heeft geblancood
soldatentaal; mbt, uitrusting met blanco behandelen.
Bij blanco: onderhoudsmiddel voor canvasuitrusting.
zie ook:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Blanco_(psu)
Ja, het vercoteren of vercotage gebeurde met een groene pasta, in potjes van Sidol en Ca Va Seul, later in tubes – inwrijven en laten drogen.
Bij de landmacht was het groen: vercotage, bij de luchtmacht blauw: bleucotage en bij de MP wit: blancotage.
Bospoeper was een dode link. Ik heb de haken dan maar weggehaald.
Is het meervoud niet petroolstanden?
LG, ik ken het woord niet, maar volgens het WNT is een stande een vat.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.