Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
abrikoos, in het Antwerpse ook perzik
< via Spaans albercoque (nu albaricoque) en/of Portugees albricoque ontleend aan Arabisch al-barq?q < Grieks prekókkion < Latijn (Persicum) praecoquum praecox ‘de vroegrijpe (perzik)’.
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij appelkoos:
Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
— Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
— Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).
Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.
De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).
Wie weet naam voor nieuwe perzik?
Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)
“Appelkok, antwerps oud dialekt, daarna werd het peche, nu perzik, als ze zo lekker smaken als toen ik kind was, welkom en succes.” (reactie op voorgaande)
abrikoos, in het Antwerpse ook perzik
< via Spaans albaricoque en/of Portugees albricoque ontleend aan Arabisch al-barq?q < Grieks prekókkion < Latijn (Persicum) praecoquum praecox ‘de vroegrijpe (perzik)’.
Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij appelkoos:
Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
— Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
— Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).
Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.
De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).
Wie weet naam voor nieuwe perzik?
Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)
“Appelkok, antwerps oud dialekt, daarna werd het peche, nu perzik, als ze zo lekker smaken als toen ik kind was, welkom en succes.” (reactie op voorgaande)
abrikoos, in het Antwerpse ook perzik
< via Spaans albaricoque en/of Portugees albricoque ontleend aan Arabisch al-barq?q < Grieks prekókkion < Latijn (Persicum) praecoquum praecox ‘de vroegrijpe (perzik)’.
WNT, bij appelkoos:
Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
— Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
— Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).
Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.
De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).
Wie weet naam voor nieuwe perzik?
Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)
“Appelkok, antwerps oud dialekt, daarna werd het peche, nu perzik, als ze zo lekker smaken als toen ik kind was, welkom en succes.” (reactie op voorgaande)
abrikoos, in het Antwerpse ook perzik
zie ook peche, piës, priësel, pes
< uit het Arabische ‘al birqûq’ via het Spaanse ‘albaricoque’ in het Antwerps terecht gekomen.
< Frans: abricot; verbastering van albricoque (Portugees) < lat. praecox = vroeg, voortijdig
WNT, bij appelkoos:
Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
— Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
— Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).
Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.
De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).
Wie weet naam voor nieuwe perzik?
Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)
“Appelkok, antwerps oud dialekt, daarna werd het peche, nu perzik, als ze zo lekker smaken als toen ik kind was, welkom en succes.” (reactie op voorgaande)
abrikoos, in het Antwerpse ook perzik
zie ook peche, piës, priësel, pes
< uit het Arabische ‘al birqûq’ via het Spaanse ‘albaricoque’ in het Antwerps terecht gekomen.
< Frans: abricot; verbastering van albricoque (Portugees) < lat. praecox = vroeg, voortijdig
WNT, bij appelkoos:
Gewestelijke volksuitspraak, in verschillende streken in gebruik, voor abrikoos. — Te Maastricht zegt men appelekouw.
— Voorheen ook apperkoos en in het Zuiden nog thans appelkok, evenals abrikok naast abrikoos.
Men houdt voor goet Perseken op Apperkoos geoculeert, Verm. Landt-lev. (1668).
— Appelkok, appelekok … Abrikoos, Cornelissen-Vervliet (1899).
’t Bleeke geel van fluweelige perziken en appelkokken, F. Timmermans, Pallieter (1916).
Nicoline van der Sijs, Spaanse leenwoorden in de Nederlandse dialecten: Het Brabantse abrikok ‘abrikoos’, ook volksetymologisch veranderd in appelkok, gaat terug op het Spaanse albaricoque, albicoque, waarbij l wegviel voor b. Het Standaardnederlandse woord abrikoos is daarentegen ontleend via het Frans.
De appelkokken zijn dit jaar vroeg en klein, maar om duimen en vingers af te likken (duimen en vingers aflekken).
Wie weet naam voor nieuwe perzik?
Fik zelf zou de vrucht graag de Wommelgemse Appelkok noemen. “Appelkok was de enige naam voor perziken die ik als kind te horen kreeg." (hln.be 4 sep. 2015)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.