Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
podagra, jicht, flerecijn
zie ook de reacties
zie ook pootje, notarisziekte, kozijntjes
Door de pootjesziekte kan hij moeilijk stappen.
De pootjesziekte krijgt ge door teveel urinezuur in uw bloed.
Vroeger werd de benaming pootjesziekte gebruikt voor de rijkemensenziekte: de adel die teveel dronk en at.
- “Uwe vent mankt zo, wat is er aan de hand?”
- “De pootjesziekte. Dat ligt aan zijn eigen (eigen, zijn ~), dat hij wat minder aperitieft en wat minder eet.”
Mijn broer heeft ooit de peutjesziekte gehad. Het was enorm pijnlijk en het duurde heel lang eer het genezen was.
podagra, jicht, flerecijn
ook pootziekte
< bij mensen
zie ook de reacties
zie ook kozijntjes, pootje, notarisziekte
Door de pootjesziekte kan hij moeilijk stappen.
De pootjesziekte krijgt ge door teveel urinezuur in uw bloed.
Vroeger werd de benaming pootjesziekte gebruikt voor de rijkemensenziekte: de adel die teveel dronk en at.
- “Uwe vent mankt zo, wat is er aan de hand?”
- “De pootjesziekte. Dat ligt aan zijn eigen (eigen, zijn ~), dat hij wat minder aperitieft en wat minder eet.”
Mijn broer heeft ooit de peutjesziekte gehad. Het was enorm pijnlijk en het duurde heel lang eer het genezen was.
mond- en klauwzeer bij alle dieren
zie ook pootjesziekte
uitspraak kempen: poewetziekte, poejtziekte
WNT: Pootzeer, Pootziekte, zekere schapenziekte, een soort van klauwzeer bij schapen of bij ander vee
Van Dale 2018 online: zekere schapenziekte: klauwzeer
De pootziekte, nog eene besmettelyke ziekte, die aen den hoorn van den voet komt, en welke men aen het manken van het dier erkent;… (handboek van de landbouwer)
ontsteking op de knoezels, voetjicht
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
3. In schertsende uitdrukkingen als de kozijntjes hebben, met de kozijntjes zitten of liggen, van de kozijns bezocht worden, lijden aan podagra (eigenlijk: stekend ongedierte hebben; vergelijk ‘familie hebben’ in denzelfden zin).
“De heer Peelaert, zegt men, van de kozijntjes (voetjicht) gekwollen riep dikwijls uit: wat vervloekte pijn is dat!” De Bo (1873).
Etymologisch Woordenboek, Vercoullie (1925): kozijns m. mv. (jicht), uit Frans cousin
— mug, Middellatijn culicinum, Latijn culex; cf. synoniem de beestjes, wegens een gevoel als van muggesteken.
zie ook: beestjen, notarisziekte, pootje,
Hij heeft last van de kozijntjes en kan momenteel moeilijk het huis uit.
eieren; ook: van ei (eier~)
Van Dale 1995 geeft wel gewestelijke meervoudsvorm eiers, maar niet eiren
ook in samenstellingen en uitdrukkingen:
eierkoek—> eirenkoek
scharreleieren—> scharreleiren
zie ook eiren of jung
in West-Vlaanderen: eiers
Tegenwoordig hebt ge keus genoeg: eiren vrije uitloop, scharreleiren, dioxine-eiren,…
’t Zal weer niet lang meer duren of we kunnen weer paaseiren gaan rapen.
In nen eirendooier zit veel cholesterol naar ’t schijnt.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.