Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    amechtig
    (bn.)

    kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    ‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.

    Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
    Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd. (M. Philippa e.a.)

    Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen

    Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.

    Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2019 14:20
    5 reactie(s)

    amechtig
    (bn.)

    kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    ‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.

    Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
    Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel – ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd.

    Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen

    Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.

    Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2019 14:19
    5 reactie(s)

    amechtig
    (bn.)

    kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    ‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig.

    Middelnederlands: amachtich, amechtich ‘machteloos, uitgeput, verslagen’.
    Afleiding van het zelfstandig naamwoord middelnederlands amacht ‘onmacht’, gevormd uit het voorvoegsel ?- ‘zonder, niet’ en macht, met achtervoegsel ig. De oorspronkelijke betekenis is dus ‘onmachtig’. De huidige betekenis ‘buiten adem’ heeft zich vernauwd uit het oorspronkelijke ‘uitgeput’ door volksetymologische associatie van het eerste lid, dat niet meer als ontkenningsvoorvoegsel werd begrepen, met aam, de samengetrokken vorm voor adem. Daar de betekenis vervolgens niets meer met machtig te maken had, kon de oorspronkelijke Brabantse vorm met -e zich handhaven in de standaardtaal. Inmiddels is het woord echter verouderd.

    Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen

    Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.

    Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2019 14:19
    5 reactie(s)

    amechtig
    (bn.)

    kortademig, onmachtig (meest in figuurlijke zin)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    ‘A’ op zich is een verouderd voorvoegsel, thans alleen nog over in het bnw. amechtig en oubollig, verbastering van abolgig
    In het Middelnederlands. Behalve in abolge, gramschap, waarin a- de intensieve kracht heeft, kende het Middelnederlands het voorvoegsel alleen nog maar in ontkennenden zin, in amachtech of amechtech, onmachtig, machteloos, asage, onpraat, beuzelpraat.
    Thans, nu a- bijna geheel in onbruik geraakt is en er slechts twee woorden zijn waarin het verscholen ligt, amechtig en het schier onkenbaar verbasterde oubollig (abolgig), is de miskenning van dit voorvoegsel volkomen geworden. Amechtig of amachtig werd in het volksbewustzijn als aâmechtig, ademechtig opgevat en voor eene samenstelling met adem gehouden, terwijl men het tweede lid op verschillende wijzen verklaarde.

    Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen

    Ik was veel te snel vertrokken: al na twee minuten liep ik te puffen als een amechtig hangbuikvarken.

    Hun gesprekken tonen aan dat hun eigen, verschillende spirituele tradities en geloofsovertuigingen het samenleven niet bemoeilijken maar dat ze juist het antwoord bieden om het spirituele vacuüm van een amechtig Europa opnieuw met zin te vervullen. (en nu gij!)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2019 13:48
    5 reactie(s)

    huurindex
    (zn. m.)

    het referentiegetal dat de jaarlijkse aanpassing van de huurprijzen van huizen bepaalt

    Van Dale 2017 online: in BE

    De geïndexeerde huurprijs = (basishuurprijs x nieuwe index) : aanvangsindex

    vgl. ook gezondheidsindex

    Op basis van de huurindex worden elk jaar de nieuwe huurprijzen berekend.

    billionhomes.com: De verhuurder van een woning kan de huurprijs aanpassen aan de index, beter gekend als de huurindex.

    Ook de huurder kan de huurindex aanpassen van zodra die in zijn voordeel komt te staan.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 10 Apr 2019 13:40
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.