Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    meet
    (de ~ (v.), -en)

    aankomststreep, aankomstlijn, finish, eindmeet

    Van Dale: meet (de meten)
    (sport) merk, streep vanwaar men werpen enz. of tot waar men lopen moet

    Onze favoriete renner ging als eerste over de meet.

    > andere betekenis van meet

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2019 16:46
    2 reactie(s)

    bakkes
    (het ~, geen mv.)

    aangezicht, meestal bedoeld op kin en onderste gedeelte van een gezicht (informeel)
    syn.: smoel

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: znw. onz., mv. bakkesen; verkl. bakkesje.
    Bakkes is verkort uit vnnl. bakhuis ‘gezicht, kinnebak’ met verdoffing van het tweede lid. Het eerste lid is Middelnederlands backe ‘wang, kaak’, al Oudnederlands in de samenstelling kinnebak. Het tweede lid is huis in de betekenis ‘omhulsel, kap’, zoals dat ook voorkomt in bijv. klokhuis

    C.H.Ph. Meijer (1919),Woorden en uitdrukkingen:
    Bakkes, ook bakhuis, in België: gezicht. Het eerste gedeelte is dezelfde stam, die in kinnebak, baktand voorkomt en kaak beteekent. Verondersteld wordt, dat het ontstaan is uit een meerv. bakkens, dat tot bakkes werd en dat later (reeds Kil. heeft alleen bakhuys) schijnbaar hersteld zal zijn tot dien gewaanden juisten vorm bakhuis

    Van Dale online: bakkes zelfstandig naamwoord: het, mv. bak­ke­sen

    Moet ik u eens een toek op uw bakkes verkopen?

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2019 14:56
    19 reactie(s)

    telloor
    (de ~ (v.), ~oren)

    eetbord

    zie ook: talloor, teljoor

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij teljoor:
    Daarnaast taljoor (in meer fransche spelling tailloor enz.); telloor, talloor, in een groot deel van Brabant en in het Land van Waas; talloore (vr.), in ’t Z.-O. van Vlaanderen; teljer, bij Schuermans (1865-1870). In ’t Westvlaams is een vrouweijke taljoore, teljoore.
    Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (in dezen zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Middelnederlands de gewone betekenis: tafelbord, etensbord, bord.

    “Moe, pakt es de telloren uit de kast.”

    “Stel u gerust: uit uw telloor zal ‘m niet mee-eten. Nietwaar, Floske? Gij lust het alleen maar van vrouwke’s telloor?”
    (Johan Fabricius – 2013 – ?Fiction https://books.google.be/books?isbn=9025863604)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2019 13:59
    7 reactie(s)

    teljoor
    (de ~ (v.), ~joren)

    (verouderd in Nederland)

    bord
    zie ook: talloor, telloor

    < Frans tailloir, tailler

    Hageland, West-Vl., Gent, Antw.: talloor
    Brugge : taljoare

    Middelnederlandsch Woordenboek: taeljoor: schotel voor het snijden van vlees

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij teljoor
    Daarnaast taljoor (in meer fransche spelling tailloor enz.); telloor, talloor, in een groot deel van Brabant en in het Land van Waas; talloore (vr.), in ’t Zuid-Oosten van Vlaanderen; teljer, bij Schuermans (1865-1870). In ’t Westvlaams is een vr. taljoore, teljoore.
    Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (in dezen zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Middelnederlands de gewone bet.: tafelbord, etensbord, bord.

    Men gebruikt diepe en platte teljoren om te eten, een diepe teljoor voor de soep en een platte teljoor voor de groenten en de patatten.

    “Zijne vork kletste tegen zijne teljoor, want zijne … hand beefde hevig”, Loveling, Sophie (1885)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2019 13:54
    2 reactie(s)

    teljoor
    (de ~ (v.), ~joren)

    (verouderd in Nederland)

    bord
    zie ook: talloor, telloor

    < Frans tailloir, tailler

    Hageland, West-Vl., Gent, Antw.: talloor
    Brugge : taljoare

    Middelnederlandsch Woordenboek: taeljoor: schotel voor het snijden van vlees
    tafelbord: 16de en 17de E.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij teljoor
    gewestelijk ook m. en vr., mv. teljoren. Daarnaast taljoor (in meer fransche spelling tailloor enz.); telloor, talloor, in een groot deel van Brabant en in het Land van Waas; talloore (vr.), in ’t Zuid-Oosten van Vlaanderen; teljer, bij Schuermans (1865-1870). In ’t Westvl. is een vr. taljoore, teljoore.
    Bord, schotel, waarop vleesch wordt voorgesneden (in dezen zin lang verouderd); vervolgens, en dit is reeds in ’t Middelnederlands de gewone bet.: tafelbord, etensbord, bord.

    Men gebruikt diepe en platte teljoren om te eten, een diepe teljoor voor de soep en een platte teljoor voor de groenten en de patatten.

    “Zijne vork kletste tegen zijne teljoor, want zijne … hand beefde hevig”, Loveling, Sophie (1885)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 Mar 2019 13:51
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.