Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in paniek geraken, panische schrik krijgen
→ Fr. paniquer < la panique < Pan (de bosgod Pan joeg mensen en nimfen door zijn verschijningen angst aan)
is standaardtaal in België
SN: in paniek raken (vrt Taalnet)
Ze begon helemaal te panikeren, toen ze merkte dat ze de trein had gemist.
Een extra inspanning leveren om iets te bereiken. Boven de normale inspanning die normaal moet geleverd worden.
Met zo’n flauw resultaat voor wiskunde zult ge een serieuze praam moeten doen om erdoor te geraken op ’t einde van ’t jaar.
vooruitgang, → Fr. avance
zo geraken we niet verder (vooruit), komen we niet tot een oplossing
andere betekenissen:
voorsprong hebben
toenadering zoeken (avaanskes maken)
op voorhand: in avaans betalen, het op avaans weten, het op avaans gezegd hebben, het op avaans doen, op avaans komen, op avans
in Limburg: avans
West-Vl. met Franse uitspraak: avance
zie ook avance, geen ~ zijn
Dat is geen avaans. Dat biedt geen oplossing. Het heeft geen zin de politie te bellen. We moeten naar een structurele regeling zoeken.
De winnaar had een halve meter avaans op de tweede.
Hij heeft veel avaanskes gemaakt want hij zag haar wel zitten, maar zij zag hem niet staan.
De koper heeft geen voorschot gegeven, maar heel de som in avaans betaald.
Zich een weg banen door een menigte mensen.
Tegen de wind in fietsen.
Op een concert moet je nogal buchten om aan de drankstand te geraken.
Met zo een harde wind zal ik stevig moeten buchten om met mijn fiets aan het station te geraken.
geslachtsgemeenschap hebben, ook vossen, neuken, poepen
WNT: Modern lemma: vogelen
— veugelen —, onz. en bedr. zw. ww. Van vogel.
II) Bedr. of abs. en onz. Cohabiteeren, coire, en in daarbij aansluitend gebruik.
Eig. Treden, resp. paren, van hoenders. In deze bet. ook in den vorm vochelen
De haan veugelt de hen, De Bo (1873).
Overdr., van menschen, onz. en bedr. Coire, resp. futuere, beslapen. In de volkst. nog vrij algemeen, vooral in het Zuiden.
“Yverig … heb ik u al mijn dagen, O zoete Engelin! mijn liefde toegedragen …! Omdat ik wonder veel van zoete vogelen houw. Dus laten wij te zaam ons beide vaardig maken, Opdat wij met er haast aan ’t vogelen geraken: … Dus laat mijn vogel Lief! in uwe vogelkooi” Verm.(c. 1785).
Ik heb goesting om te vogelen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.