Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand uit de hogere stand, grote rijke, uit de adel enz.
Ben je ook naar die receptie geweest op het stadhuis? Ba, nink, dat was maar voor de grote katten.
lei
< (1294 ‘schilfer’) < Oud-Fr. escaille (schub)
Op oude gebouwen zien we nog veel schaliedaken
veel praten, rondvertellen
Je moet niet alles aan dat vrouwmens vertellen, ze kan veel te goed snetsen.
1. snoepen
2. bedelen
(eig. “smachtend” uitkijken naar)
vgl. sneuken
Die struik met kroeselen laat ik staan, ik heb graag iets te sneken als ik in den hof kom.
Geef den hond toch iet, ziet ’m sneken!
korte afstand
< smeet: worp, gooi < smijten
Je moet de auto niet nemen, ’t is maar een smete weg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.