Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
cavia, Guinees biggetje
(zie ook zeerat, stienesrat), vgl. Du.: ‘Meerschwein’
Op de kermis stond vroeger een kraam waar ge kont inzetten op “zeevarkskes” (zeivêrkskes), t.t.z. op de nummer van het hokske waarin het beeske zou verdwijnen als het uit zijn kooike werd gelaten.
haagweduwe t.t.z. een meisje dat bevrucht is in open lucht na het uitgaan en waarvan de vader onbekend is of zijn verantwoordelijkheid niet wil nemen
Ge gaat met die haagweduwe toch niet trouwen zeker, is het wel van jou!
de paternoster of de rozenkrans bidden (R-K)
Je moet dat oude nunnetje niet storen, ’t zit daar zo schone te paternosteren.
zeer slecht horen
potdoof
Hij moest het wel drie keren herhalen, want dat ventje is pottedoof.
Het breviergebed of getijdengebed der R-K geestelijken
De pastoor zat rustig te brevieren in zijn tuin en een vink begeleidde hem met zijn honderde liedjes.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.