Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    van
    (voorz.)

    bij tijdsaanduidingen: voor

    zie ook van de

    ook in de prov Antwerpen

    ’t Is kurtje van den achten.
    Het is kwart voor acht.

    > andere betekenis van van

    Regio Vlaamse Ardennen
    Bewerking door de Bon op 24 Feb 2020 15:39
    1 reactie(s)

    van
    (voegw.)

    bij

    De slaapkamer viel in de smaak van ons kleinkind.

    > andere betekenis van van

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Feb 2020 15:39
    0 reactie(s)

    van
    (voegw.)

    van + te + infinitief

    SN/NL: (om +) te + infinitief

    In het Nederlands kan het voegwoord ‘om’ (voornamelijk in de geschreven, maar ook in de gesproken taal) in bepaalde omstandigheden weggelaten worden. In deze omstandigheden gebruikt het Vlaams als voegwoord doorgaans ‘van’, maar soms ook ‘voor’, en af en toe ‘om’. Een Vlaming zal deze ‘facultatieve om’(/van/voor) nooit ofte nimmer weglaten.

    Van Dale 2017 online: BE, niet algemeen

    < Frans: de

    zie ook voor

    Ge moet mij beloven van goed te luisteren! (Je moet me beloven (om) goed te luisteren!)

    We zullen proberen van deze keer op tijd te komen. (We zullen proberen (om) dit keer op tijd te komen.)

    > andere betekenis van van

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Feb 2020 15:30
    1 reactie(s)

    finoeën
    (ww., finoede, heeft gefinoed)

    intiem betasten, flikflooien, flodderen, stoeien

    Frans finaud (gladjanus, goochemerd)

    vgl. filoeën, fikfakken

    Zie die twee daar finoeën, ’t is een geflets en gefoemel! (kijk die twee daar kroelen, ’t is een gefleem en gewriemel)

    Regio Haspengouw
    Bewerking door de Bon op 24 Feb 2020 13:50
    0 reactie(s)

    belot
    (de ~, vrouw.zelfst. nw. geen mv.)

    kaartspel dat in Oost- en West-Vlaanderen wordt gespeeld

    ook geschreven “belote”
    < Frans la Belote

    zie ook belotten, op iemands hol kunnen ~, belotten

    “Belot is een kaartspel dat met 32 kaarten en twee vaste, tegenover elkaar zittende, paren wordt gespeeld” (https://nl.wikibooks.org/wiki/Kaartspel/Belot)

    “Belote is het Franse klaverjassen, waarbij echter niet in paren wordt gespeeld , maar individueel, hier staan de spelregels. Er zijn maar weinig verschillen met klaverjassen bij het spelen.” (https://www.nederlanders.fr/profiles/blogs/belote)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 24 Feb 2020 13:38
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.