Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(bijwoord) erg
vgl. vree
(Booms) Vrie(d) rap dat’m was in zn vwatuur (auto), ge zagt’m amper/bekan nog’ni afkome van achter den oek!
iemand van Boom (letterlijk: Honden-eters)
ook: Onnefreiter
(Booms) Steenbakker of Onnefretter, moakt a keus, ma van Booem zede (bent ge)!!
iemand van Boom (letterlijk: Honden-eters)
(Booms) Steenbakker of Onnefretter, moakt a keus, ma van Booem zede (bent ge)!!
iemand van de Rupelstreek, in’t bijzondere Boom
(Booms) Veurda de sgoeles van den Beerschot Boom FC wegfusjoneirde, de Steenbakkers spelde mestal in twiejde klas!
schelm (bv. voor ondeugend kind/niet-luisterende hond)
slecht persoon, gangster, reucht, schorremorre
zie ook schoelie
(Booms) ‘Die sgoele van ne matteko is we me mn sgoene gaan lope, miljaar!’ (licht kwaad/verveeld naar diens ongetrainde hond verwijzend)
‘nen andikapé oep straat aanrande, zulke sgoeles!!’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.