Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(verwijs naar Herman Brusselman’s gelijknamige chef d’oeuvre) hoogst onacceptabele houding vertonend (in’t bijz. verwijzend naar openbare dienstverleners)
(Booms) ‘De-man-die-wêrek-von burokrâte, da’krâk’ik (daarvan krijg ik) na is’t schijt van se!!’
onnozelaar
vervelend iets, iemand of dier
regio Boom
zie ook metteko
(Booms) ‘Diejn matteko van’en orlozje (horloge) lept we agtr en dus we te lât (aangekomen) oep’t wêrek (werk), dju toch!!’
regio Boom
in Antwerpen scherremerre (4 maal doffe e)
zie ook schorremôrie
SN: schorremorrie
(Booms) ‘N da schorremorre ging me dan nog wa oatmake (uitschelden) veur’t voael (vuil) van’t straat nadat’m iejest (eerst) tege’mn kar ree(d)!’
overschoenen
ook: plastiek of rubber schoeisel om te schuren
(Booms) ‘Galosje, da’s iet van den taat (tijd) van de geleige!’
(Booms) ‘N da schorremorre ging me dan nog wa oatmake (uitschelden) veur’t voael (vuil) van’t straat nadat’m iejest tege mn kar ree(d)!’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.