Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
in regio Boom:
op royale wijze (verwijzend naar leeftrant, uitgaven etc.)
(Booms) “Boa (bij) de Sven eh, serewurig (tegenwoordig) is’t de brieje vaeftien – alle daoge fiejest (feest): vetigen BBQ me oesters, kreft, aller’ant sgaolbiejeste (schelpdieren), zwaet-verbranden bufstek, vyreke (varken), chips, navleks (nauwelijks) gruntes (groentes), alee, oa (hij) is al nen bierboaek aon’t kwyke (kweken), projekt zerek (graf) volgt!”
stoer, cool, vroom
ga’de da mee vechte – zo’ne stroaze, pas ma oep of g’èt twie bla kette!
Gaat ge daarmee vechten – zo’ne stoere, pas maar op of ge hebt 2 blauw ogen!
heel/wreed zoet
rik y wee jogurt meegebrugt me 10%-plus suiêker derin – zo zuut as brak, ma van DM2 krygde giejn amputases zyd’m, den idijoot!
piepschuim, polystyreen, afgeleid van de merknaam Isomo
Booms: ook als izemo uitgesproken
zie ook frigoliet
Elektronische apparatuur wordt ingepakt in isomo.
1. sabbelen, aan iets zuigen
2. kwijlen (speeksel dat uit mond loopt, zoals by baby
3. zeveren, zagen, lullen, melken, in de zin van steeds over hetzelfde beginnen
4. Hageland en de Kempen: (mot)regenen, zie ook zeveren
1. – Hij zit weer aan zijne lekstok te zabberen.
– ik drink giejn pint ma ik zabber daaraon!
2. a g’aat (oud) wurt das gelyk nen baby n zyne bavet: me ne zakdoek ronlope oem de kwijl van a mond’oeke te vyge!
3. zeg, zabbertrien, komde wee wa chikanere, kzn de klaagmuur ni zé!
4. – Het heeft weer den hielen dag gezabberd.
– Dat zabbert al een hele dag, kan de zon nu eens niet schijnen?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.