Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lieveheersbeestje
zie pimpampoentje, pimpampoeleke, pimpaljoentje, pieternel, hemelbeestje
ook piempompulleke (Eeklo), piempajoentje (Westhoek)
De piempampullekes komen de bladluizen opeten op de rozenstruik.
Door de lokale bevolking gezegd van iemand die niet van de streek (of dorp) afkomstig is, maar er toch woont.
Een beetje een vreemdeling zijn dus.
In die nieuwe wijk wonen niets anders dan aangespoelden.
Zich een weg banen door een menigte mensen.
Tegen de wind in fietsen.
Op een concert moet je nogal buchten om aan de drankstand te geraken.
Met zo een harde wind zal ik stevig moeten buchten om met mijn fiets aan het station te geraken.
alles goed bekijken, langdurig staren naar iets, de ogen niet kunnen afhouden van
Mensen die op een terrasje zitten, besnukken alles.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.