Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Bekijk alle (16) wijzigingen van deze gebruiker.
bobon, grootmoeder, moemoe, meme,meemee, bomma, bonmamamet
de bon: meestal (uitsluitend?) gebruikt in combinatie met het bepaald lidwoord
zonder lidwoord, bij zeldzame meervoudsvorm bonnekes etc. zal men diminutief bonneke gebruiken
Andere regio’s?
Den enige keer dat we niet aan ons gasten hun oren moeten zagen hun eigen klaar te maken voor te vertrekken is als we zondagsmiddags naar de bon gaan. Dan staan ze al op voorhand aan den auto klaar. Ze weten wel waarom…
Onze Jeroen is serieus aan het puberen. De enige die er nog iets tegen kan zeggen zonder ambras te krijgen is de bon. Daar heeft em nog respect voor.
Ons bonneke is nog heel goed te been, elke dag fietst ze nog 5 kilometer over en ’t weer naar de GB.
bijlange niet, zeker niet, in het geheel niet
dat is weeral iets dat gij gedaan hebt zeker?
Aekendoet
kut, vagina,miemel,muis,preut,
Die spannende broek zit niet gemakkelijk aan mijn foef.
Bekijk alle (2) reacties van deze gebruiker.
ethymologie
Rutten, 298: den bek af hebben (zijn), onmachtig zijn, zijn gezag kwijt zijn. Vgl. ook het 17de-eeuwsche een paard den hals afrijden, afmennen, d.i. doodrijden, en het Hagelandsch: het vasVgl. Antw. Idiot. 415, waar fas verklaard wordt door keel, strot; Waasch Idiot. 213a: fas, de twee pezen in den nek, die naar de hersenpan gaan; hij is het fas af, hij zal niet lang meer leven; vgl. ook aldaar 340 a: kiet (= kuit) af zijn, zeer vermoeid zijn. af zijn, gansch machteloos zijn (Tuerlinckx, 670).
komt van : toch niet
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.