Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
armoe, armoede
ook erremeui uitgesproken
zie ook erremoei troef
Uit erremoei heeft hij zijn huis moeten verkopen.
Van erremoei heeft zij nieuw gordijnen moeten hangen.
Op het voetbalveld riepen we “Erremoei!” als de tegenpartij de bal terugspeelde op de keeper.
1. de Heilige Marculphus (Fr. Saint-Marcoul of Saint-Marcouf), 2. benaming voor de klierziekte, ook het koningszeer (scrofulose) geheten
Sint(e)-Marcoen is aan hem, hij heeft het sinte-marcoen.
t.w. lymfklieren, in de uitdrukking ‘klieren hebben’: aan de klierziekte, of scrofulose (het koningszeer) lijden
Zij heeft klieren, Zij heeft de ziekte van Sinte-Marcoen.
bij ouderen nog wel gehoorde benaming voor een ‘knipmes’
Als kind had ik altijd een klikmes op zak.
oude benaming voor een kleine kip- of stortkar (etym. Waals ‘clitchèt’)
De oude boer kwam onverstoord met zijn klitsjie vol mest door de straat gereden; eer de mensen eraan dachten hun ramen te sluiten, hing die typische, indringende geur als de stinkende belofte van een rijke oogst in al de woonkamers.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.