Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zacht, vlot, zonder weerstand
ook lis
(Fr. lisse)
Een zaag moet goed geslepen zijn, zodat ze lies (of: lis) door het hout gaat.
benaming voor de duim in Zuid-Limburg
zie liereboom, lange
In het dialect klinkt dit als ‘lauzeknoepper’.
benaming voor de wijsvinger in Zuid-Limburg
zie liereboom, lange
In het dialect klinkt dit als ‘snotwoof’.
1. slungel, 2. naam voor de middelvinger
ne lange liereboom
In Zuid-Limburg noemt men de vingers: klein pinkske, ringvingerke, lange liereboom, snotwolf en luizenknoeper (in het dialect: klee pinkske, rinkvingerke, lange liereboom, snotwoof en lauzeknoepper)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.