Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weke, gelatineachtige substantie, gel
Van hoofdkaas of kalfskop in tomatensaus eet ik nog het liefste die klibber die erop zit.
lucifersdoos, doosje lucifers
zie spikske
Het stadhuis van Bilzen trek wat op een spikskesdoos.
Maajn ma hao vrigger ne gevernisde krauwaogel gemok van spikkedeiskes. (mijn moeder had vroeger een geverniste kruiwagen gemaakt van lucifersdoosjes)
collegekaart, d.i. identiteitskaart van een student
Fr. carte d’étudiant
(cf. Van Dale 2009)
Elke doorgewinterde student weet dat hij op vertoon van zijn studentenkaart heel wat korting krijgt op de maaltijden in de Alma. Of in de cinema.
bar waar vrouwen voor de venster zitten
In een kabberdoeske zijt ge rap uw geld kwijt.
directeur, uitbater van een (handels)zaak, filiaal e.d.
(betekenis in AN is ruimer: “iem. die in opdracht van een ander voor diens rekening een economische activiteit uitoefent” (VDale 2009)
Wanneer de zaakvoerder van een BVBA statutair bepaald is, geniet hij een principiële onafzetbaarheid.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.