Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
haantje-de-voorste
(diminutief, dus krijgt stamklinker umlaut in de (Zuid-)Limburgse dialecten)
Hèè wos altijd henske-viëraon, behaave at doë gewérk moes wiëne. (hij was altijd haante-de-voorste, behalve als er moest gewerkt worden)
haantje-de-voorste
(staat ongemarkeerd in Van Dale, maar de Taalkalender van Onze Taal vermeldt op 30.4.2011: "In Vlaanderen wordt iemand die er altijd als eerste bij wil zijn wel een ‘haantje-vooruit’ genoemd, in Nederland zegt men ‘haantje-de-voorste’.)
vgl. hanske-vooraan
Hij was de stuwende kracht van de vereniging, de tekstdichter van de schuttersliedjes en het haantje-vooruit bij elke gelegenheid waar de bloempjes buiten gezet werden. (De Koninklijke Handboogmaatschappij “EDEL TIJDVERDRIJF”, over een lid van hun vereniging)
benaming voor zowel de vink, als zijn zang (aan het eind van elke reguliere vinkenslag lijk je wel het woordje “suskewiet” te horen, althans in onze streken)
In Vlaanderen wordt zowel de vink zelf als zijn liedje ook wel “suskewiet” genoemd. (www.allevogels.nl)
in de late avond plaatsvindend, geprogrammeerd …
Van Dale noemt de volgende samenstellingen:
laatavondfilm, laatavondjournaal, laatavondnieuws, laatavondprogramma, laatavondvertoning, laatavondvervoer, laatavondvoorstelling
(in AN een met bomen omzoomde (wandel)weg, in Vlaanderen ook een) boulevard, bolwerk
(aldus Van Dale 2009, laan 2a (= alg. Belg.-Nederlands))
Volg de ringlaan tot voorbij de Adolphe Maxlaan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.