Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
moe
in Antw. is men “zo muug als nen hond” (heel moe)
in Haspengouw, plaatselijk “zoe mieg as ’n moj” (doodmoe); in overgankelijke betekenis (iets moe zijn): “(ich bèn dat) zoe mieg as kaa pap” (kotsbeu)
Hij is muug van het werken.
iem. die gedwongen wordt een vervelende taak op zich te nemen, kandidaat tegen wil en dank, pineut
De aangeduide ‘Chinese vrijwilligers’ waren nog bezig met de middagafwas toen de groep van hun namiddaguitstap terugkeerde.
Bij gebrek aan interesse zullen wij ons genoodzaakt moeten voelen enkele Chinese vrijwilligers uit te kiezen.
groot persoon, ding of dier
zie galjaar, gust
Kijk eens wat die visser aan zijn lijn heeft, wat ne kastaar (van ne vis)!
iem. die gedwongen wordt een vervelende taak op zich te nemen, kandidaat tegen wil en dank, pineut
De aangeduide ‘Chinese vrijwilligers’ waren nog bezig met de middagafwas toen de groep van hun namiddaguitstap terugkeerde.
Bij gebrek aan interesse zullen wij ons genoodzaakt moeten voelen enkele Chinese vrijwilligers uit te kiezen.
(Bargoens) weggaan, weglopen
Ook wel met ww. “zijn” of (minder algemeen) “stikken”.
Van iemand die er plots niet meer is, zei men “hij is RIP en de bie” (vgl. ribbedebie)
Jal de bie, jong! (maak dat ge weg komt)
In een ik en een gij was zij de bie. (weg, foetsie)
De bie stikken. (hard weglopen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.