Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weg, verdwenen
~ zijn: (ook) zich snel uit de voeten maken
in Antw. kunnen voorwerpen ook ribbedebie zijn. Ze zijn dan spoorloos verdwenen.
(mogelijk uit Bargoens “rip = dood” in combinatie met “de bie = (de) weg”)
zie pist, de ~ in zijn, bie, de ~ jallen
Als je begint over betalen, is hij ribbedebie.
Vlug, Heel snel weg.
zie ribbedebie
De jongen die tegen de gevel knalde met zijn wagen, was snel rietepetie .Desondanks hebben ze hem toch weten te vinden.
vleien, uiterst vriendelijk (vals) zijn (om iets te bekomen), flemen
Ik stel vast dat je beroepshalve vaak moet zeemen, om hogerop te raken.
onkruid, ongedierte; onbetrouwbaar volk, tuig
lokale uitspr. “vaulichèts”
in oostelijk Limburg heeft “vaul” ook de (oudere) connotatie “lui”.
’t Wiëdt tijd dat ve den hoëf nog èns onder haan pakke, de vaulighèts kimp dich on de brier tiëge (het wordt tijd dat we de tuin nog eens onder handen nemen, het onkruid komt je aan het hek tegemoet).
Haag dich mèt daaj vaulighèts mêr nie op! (je mijdt dat gajes beter)
onkruid, ongedierte; onbetrouwbaar volk, tuig
lokale uitspr. “vaulichèts”
in oostelijk Limburg heeft “vaul” ook de (oudere) connotatie “lui”.
’t Wiëdt tijd dat ve den hoëf nog èns onder haan pakke, de vaulighèts kimp dich on de brier tiëge (het wordt tijd dat we de tuin nog eens onder handen nemen, het onkruid komt je aan het hek tegemoet).
Haag dich mèt daaj vaulighèts mêr nie op! (je mijdt dat gajes beter)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.