Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
snoepje, suikerbal, “babbelaar” – niet te verwarren met spekkies (zie meiskesvlees)
vgl. kababbel
Moet ge nog ne spek(ke) hebben?
benaming voor ‘zacht’ snoepgoed, enigszins op spek gelijkend
Ik kan mij doodsnoepen aan meiskesvlees.
Meiskesvlees, ook spekken genoemd, bestaat meestal uit zeer zachte, wit en rozig gelaagde gom of gelatine.
Appel+perenstroop.
vgl. poepsiroop
Mijn moeder eet elke morgen poepgelei op haar boterham.
(een auto of rijtuig) besturen
Gij zijt nog te jong om te wegen, gij, ga gij maar schonekes vanachter zitten!
Het is lastig wegen met een kar vol kiezel.
(met een rijtuig of auto) rijden
Straks varen wij naar de Mechelse hei. Ge kunt meevaren, als ge wilt. (Strak vaore ve noë de Mêchelse hee, de kons mètvaore aste wils)
Hoe zijt ge gevaren? (Waaj bèste gevaore? = Langs waar zijt ge gereden?)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.